RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Berichten met ALERT  

RB 1843

Recht op vergoeding hoortoestel bij niet-gecontracteerde zorgaanbieder

RCC 8 juli 2013, dossier 2013/00392 (Stichting HoorProfs tegen Beter Horen)
Beslissing ingezonden door Ranee van der Straaten, Marree en Dijxhoorn Advocaten.
ALERT!. Het betreft een in verschillende dagbladen geplaatste advertentie: "Duidelijkheid over de vergoeding van uw hoortoestel". De klacht: De zinsnede "U komt alleen maar voor vergoeding in aanmerking als uw zorgverzekeraar een contract heeft met de aanbieder van uw hooroplossing" is niet juist. Artikel 13 van de Zorgverzekeringswet bepaalt dat de verzekerde recht heeft op een vergoeding voor de zorg van een niet-gecontracteerde zorgaanbieder.

Het verweer: Ingevolge artikel 13 Zorgverzekeringswet krijgen verzekerden (toch) een deel van de kosten vergoed. Wel hebben verzekeraars recht om een korting op het te vergoeden bedrag te toe te passen en zij plegen dat in de regel ook te doen. Dit betekent dat de gewraakte zinsnede te absoluut is en daardoor een onjuist beeld zou kunnen geven, zeker als deze mededeling los gezien wordt van de daaraan voorafgaande tekst.

De Commissie: Artikel 13 lid 1 van de op 1 januari 2013 in werking getreden Zorgverzekeringswet geeft de verzekerde derhalve ook recht op vergoeding van een aanbieder waarmee zijn zorgverzekeraar geen contract heeft, zij het dat de zorgverzekeraar het recht heeft om een korting toe te passen. Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in 8.2 aanhef en onder g NRC, de uiting is misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Voorts heeft de Commissie besloten de uitspraak onder de aandacht van een breed publiek te brengen.

Lees de beslissing dossier 2013/00392 (website RCC)

RB 1732

Niet vermelden van de typenummers is misleidend

RCC 6 november 2012, dossiernr. 2012/00857 (advertentie 100% prijsgarantie)

Met samenvatting van Robert Kreuger, masterstudent Internet, IE en ICT VU Amsterdam.

ALERT! Het niet vermelden van de typenummers van diverse elektronische producten voldoet niet aan de vereisten van duidelijkheid en volledigheid. Een adverteerder gebruikt in haar advertentie voor elektronische producten onder andere de zin: “Wij garanderen u absoluut de laagste prijs met onze 100% prijsgarantie op Mediamarkt en BCC.” Bij de door de adverteerder aangeboden producten worden geen typenummers genoemd waaruit de klacht naar voren komt dat de producten niet te vergelijken zijn met de producten van andere aanbieders.

 

 

De Commissie komt tot het oordeel dat zonder een typenummer bij een dergelijk product het voor de consument lastig is het product te identificeren en te vergelijken, hetgeen tot gevolg heeft dat het voor de gemiddelde consument moeilijk is om de ‘absoluut laagste prijs garantie’ te verifiëren. Aan de vereisten van duidelijkheid en volledigheid (ex artikel 8.2 NRC) is in deze niet voldaan. Vanwege het meerdere malen negeren van dergelijke eerdere aanbevelingen om niet op deze wijze reclame te maken zal de Commissie deze beslissing als “Alert” onder de aandacht van een breed publiek brengen.

Derhalve beslist de Commissie dat de reclame-uiting misleidend en daardoor oneerlijk is in de zin van artikel 7 NRC.

“Gelet op het voorgaande is de reclame onduidelijk ten aanzien van de uitvoering van het product zoals bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts kan, naar het oordeel van de commissie, door het ontbreken van de typenummers van de apparaten, de gemiddelde consument ertoe worden gebracht een besluit te nemen over een transactie dat hij anders niet had genomen, ongeacht of hij uiteindelijk tot aankoop van een product overgaat.”

RB 1674

Vloerbedekking-reclame in de vorm van officieel politiebericht

RCC 28 februari 2013, dossiernr. 2013/00114 (vloerbedekking-reclame in de vorm van officieel politiebericht)

Met ALERT. In een advertentie in het lokale nieuwsblad “De Twenterand Courant” van donderdag 17 januari 2013 wordt reclame gemaakt voor vloerbedekking en parket van ‘Beboparket’ in Vriezenveen. Adverteerder gebruikt een politiebericht als reclame-uiting. Klager was in eerste instantie in de veronderstelling dat sprake was van een officieel politiebericht.

De advertentie heeft het uiterlijk en de opmaak van een officieel politiebericht. Pas nadat men de moeite heeft moeten nemen de advertentie in zijn geheel goed door te lezen is duidelijk dat het in werkelijkheid gaat om een reclame van Beboparket.

Nu de gemiddelde consument door het uiterlijk van de advertentie op het verkeerde been wordt gezet en omdat de reclame-uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar is, oordeelt de Reclame Code Commissie dat de uiting in strijd is met artikel 11.1 NRC. Dit artikel zegt ‘Reclame dient duidelijk als zodanig herkenbaar te zijn, door opmaak, presentatie, inhoud of anderszins, mede gelet op het publiek waarvoor het is bestemd’.

Omdat de Commissie ‘Beboparket’ al eerder heeft aanbevolen een dergelijke reclame-uiting niet meer te gebruiken en Beboparket daar geen gevolg aan heeft gegeven, heeft de Commissie besloten de uitspraak als “ALERT” te laten verspreiden.(...)

RB 1620

Voor 22.00 besteld, niet gegarandeerd morgen in huis

RCC 31 januari 2013, dossiernr. 2012/01117 (Wehkamp bestelling volgende dag bezorgen)

Klager vindt de uiting boven aan de website www.wehkamp.nl waar staat “eerst wehkamp.nl”: “Vóór 22:00 besteld, morgen in huis” misleidend. Wehkamp kan de claim niet waarmaken bij bestelling op vrijdagavond, zaterdag of zondag. Naar aanleiding van de onderhavige klacht heeft adverteerder onderzocht in hoeverre zij de claim in de praktijk kan waarmaken. Tot haar spijt heeft adverteerder moeten constateren dat producten die vóór 22.00 uur zijn besteld niet in alle gevallen de volgende dag kunnen worden geleverd.

Naar adverteerder heeft erkend, kan de claim “Vóór 22:00 besteld, morgen in huis” niet in alle gevallen worden waargemaakt, in elk geval niet indien eerst een (wettelijk verplichte) kredietwaardigheidstoets dient te worden verricht en niet indien de bestelling plaatsvindt in het weekend. De Commissie acht voornoemde claim, die niet vergezeld is van enig voorbehoud, te absoluut.

Aangezien de Commissie en het College van Beroep adverteerder naar aanleiding van een soortgelijke uiting (“Wat je vandaag bestelt, heb je morgen al in huis” in een televisiecommercial), in 2009 (dossier 2009/478) al hebben aanbevolen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken, heeft de Commissie besloten de onderhavige uitspraak als Alert te laten verspreiden.

Naar adverteerder heeft erkend, kan de claim “Vóór 22:00 besteld, morgen in huis” niet in alle gevallen worden waargemaakt, in elk geval niet indien eerst een (wettelijk verplichte) kredietwaardigheidstoets dient te worden verricht en niet indien de bestelling plaatsvindt in het weekend. Naar het oordeel van de Commissie betreft het hier belangrijke beperkingen.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie voornoemde claim, die niet vergezeld is van enig voorbehoud, te absoluut. Naar het oordeel van de Commissie is er aldus sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Aangezien de Commissie en het College van Beroep adverteerder naar aanleiding van een soortgelijke uiting (“Wat je vandaag bestelt, heb je morgen al in huis” in een televisiecommercial) in 2009 al hebben aanbevolen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken, in welk geval evenmin een voorbehoud werd gemaakt wat betreft een uitzondering op de bewuste slogan, heeft de Commissie besloten de onderhavige uitspraak als Alert te laten verspreiden, waardoor de uitspraak onder de aandacht wordt gebracht van een breed publiek.

Dat adverteerder heeft meegedeeld de bestreden uiting niet meer te zullen hanteren, leidt niet tot een ander oordeel.

Op andere blogs:
Reclameadvocaat.com (Voor 22:00 bij Wehkamp besteld, morgen echt in huis?)
Twinkle (Wehkamp.nl wijst nu op avond- en zaterdagbezorging)

RB 1606

Recidive door Apotheek 't Rikkelder

RCC 23 januari 2013, dossiernr. 2012/01033 (Apotheek 't Rikkelder Refresh Teacaps)

Recidive. Aanbeveling met alert. Naar aanleiding van een eerdere klacht (RB 1469) heeft klager tegen dezelfde uiting een klacht ingediend (dossier 2012/00457). De Commissie heeft geoordeeld dat adverteerder de juistheid van de geclaimde werking van Refresh Teacaps niet aannemelijk heeft gemaakt en heeft de Commissie adverteerder aanbevolen niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het betreft de website refresh-teacaps.nl, waar op de pagina “Natuurlijk afvallen” staat: “Hoe ondersteunt Refresh Teacaps (EGCG) bij natuurlijk afvallen?". Omdat de bestreden uiting nog steeds niet is aangepast, herhaalt klager zijn klacht dat het in de uiting geclaimde gunstige effect van (uitsluitend) EGCG (zonder cafeïne) op gewichtsverlies, vetverbranding en verhoging van het basaalmetabolisme niet kan worden onderbouwd en dat de bestreden (gezondheids)claims in de uiting met betrekking tot Refresh Teacaps onjuist en misleidend zijn.

Adverteerder heeft naar aanleiding van de onderhavige (herhaalde) klacht geen nieuwe onderbouwing van de in de uiting gedane identieke en soortgelijke claims aangevoerd. Ook nu is de mededeling van adverteerder dat “de KOAG/KAG de website heeft gecontroleerd en conform de richtlijnen heeft bevonden” niet met stukken onderbouwd en strookt deze niet met de mededeling van de Keuringsraad dat de  uiting niet aan de KAG is voorgelegd. Adverteerder is er niet in geslaagd de juistheid van de geclaimde werking van Refresh Teacaps, waaronder "verhoogt de vetverbranding”, “verhoogt het basaalmetabolisme” en “helpt bij overgewicht”, aannemelijk te maken.

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Aangezien adverteerder reeds eerder is aanbevolen om niet meer op een misleidende wijze reclame te maken en adverteerder aan deze aanbeveling blijkens de huidige reclame-uiting geen gevolg heeft gegeven, heeft de Commissie besloten deze beslissing als “Alert” te verspreiden.

RB 1523

Alles inbegrepen met extra kosten

RCC 25 september, dossier nr. 2012/00724 (klager tegen adverteerder) - Alert

Met een alert, omdat er eerder strijd was met deze bepaling
zie RB 832. Boven een opsomming van vluchtdata, waarbij de vluchtprijs wordt vermeld, staat: “Prijs per traject, ALLES INBEGREPEN.”

De klacht, in twee onderdelen:

1. Wanneer men een vlucht boekt, wordt gevraagd naar het aantal bagage. Deze kosten komen bovenop de vluchtprijs. De Commissie oordeelt dat deze extra kosten niet onvermijdbaar zijn. Wel acht de Commissie de mededeling “ALLES INBEGREPEN” te absoluut. Uit de uiting blijkt niet wat moet worden verstaan onder ‘ALLES’. Niet bij iedere vluchtaanbieder worden voor het meenemen van de ruimbagage extra kosten in rekening gebracht. Door de mededeling “ALLES INBEGREPEN” - in grote letters boven de vluchttarieven - kan de indruk ontstaan dat de kosten van de standaard ruimbagage bij de tarieven zijn inbegrepen.

2. Voor iedere vorm van betaling wordt geld in rekening gebracht.  Ook dit strookt niet met de mededeling dat bij de tarieven “ALLES INBEGREPEN” is. Derhalve de uiting is op dit punt niet correct en duidelijk. Het oordeel van de Commissie is dat de reisaanbieders verplicht zijn om correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen te hanteren. Dit brengt mee dat zij hun prijzen dienen te publiceren inclusief op het moment bekende vaste onvermijdbare kosten die voor de aangeboden diensten aan de aanbieder moeten worden betaald.

Adverteerder heeft al eerder van de Commissie een aanbeveling gekregen op grond van haar oordeel dat adverteerder in haar reclame-uitingen prijzen hanteerde die niet duidelijk en correct waren. Gelet hierop zal de Commissie de onderhavige beslissing als “Alert” onder de aandacht van een breed publiek brengen als bedoeld in artikel 17 lid 1 onder h juncto 18 lid 4 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep.

De beslissing:
De reclame-uiting is in strijd met het bepaalde in artikel III onder 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. De Commissie zal de beslissing onder de aandacht van een breed publiek brengen, als bovenvermeld.

RB 1472

Afslank slippers mét ALERT

RCC 12 juli 2012, dossiernr. 2012/00511 (Afslankslippers)

De Reclame Code Commissie heeft geoordeeld dat reclame voor “Afslank slippers” op de website www.compleetcomfort.nl misleidend is. Op de website worden “Afslank slippers” aangeprezen als een product met behulp waarvan men kan afvallen. Omdat de adverteerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat de “Afslank slippers” deze werking hebben, is de uiting volgens de Commissie misleidend. De Commissie heeft al eerder een reclame-uiting van de adverteerder voor “Afslank slippers” in strijd met de Nederlandse Reclame Code bevonden. Daarom heeft de Commissie besloten deze uitspraak onder de aandacht van een breed publiek te brengen.

RB 1347

Kankervrijdagmenu: Overtreding met alert

RCC 12 maart 2012, dossiernr. 2012/00068 (Miracle Mineral Solution geneesmethode ernstige ziekten)

Geen bewijs geneesmethode voor kanker, ernstige overtreding gaat gepaard met een Alert.

De uiting: "Jong en oud leren er zichzelf te genezen middels simpele, eigentijdse, doeltreffende geneesmethoden zoals de Miracle Mineral Solution (MMS), dat binnen 3 weken kanker, aids, reuma, diabetes, astma en giftige materialen verwijdert” en “Ook Fred Zondervan te Alkmaar is het gelukt om zichzelf, zonder operatie, bestraling en chemo, binnen enkele maanden te genezen van keelkanker middels naaststaand dagmenu” en “Fred’s kankervrijdagmenu”.

Er is geen (wetenschappelijk) bewijs voor de bewering dat het genoemde menu kanker voorkomt en geneest. De commissie acht deze overtreding van de NRC dermate ernstig dat zij haar uitspraak als Alert zal laten verspreiden.

RB 1266

Equilac

RCC met ALERT 24 oktober 2011, dossiernr. 2011/00907 (Ecopharma BVBA Ecuilac / medische claims geneesmiddelenwet)

Volgens de Keuringsraad bevat de bestreden website meerdere aanprijzingen die in strijd zijn met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), omdat deze in strijd zijn met de artikelen 1 lid 1 sub b en 84 van de Geneesmiddelenwet (Gmw) en artikel 20 lid 2 sub a van de Warenwet. Voorts zijn de uitingen op de website misleidend in de zin van de artikelen 7 en 8.2 NRC.

Uiting betreffende Equilac Capsules.

Adverteerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het aangeprezen product Equilac Capsules de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven. Dit impliceert dat het ervoor moet worden gehouden dat de uiting onjuiste informatie bevat over de van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC, welke resultaten als een van de voornaamste kenmerken van het product moeten worden beschouwd. Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting betreffende Equilac Capsules tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.


Uiting betreffende Equilac Sensitive Body Cream.

Adverteerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het aangeprezen product Equilac Sensitive Body Cream de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven. Dit impliceert dat het ervoor wordt gehouden dat de uiting onjuiste informatie bevat over de van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC, welke resultaten als een van de voornaamste kenmerken van het product moeten worden beschouwd. Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting betreffende Equilac Sensitive Body Cream tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.


III. Openbare aanbeveling.

 Voor de Commissie is niet onomstotelijk komen vast te staan, dat HorsePower BVBA, die in de uitspraak van de Commissie van 12 december 2006 als adverteerder is aangemerkt, dezelfde is als de onderhavige adverteerder Ecopharma BVBA, zodat niet zonder meer kan worden geoordeeld dat sprake is van recidive. De Commissie acht echter de ernst van de overtreding zodanig, dat zij daarin aanleiding ziet om deze beslissing als ‘Alert’ onder de aandacht te brengen van een breed publiek als bedoeld in de artikelen 17 lid 1 onder h en 18 lid 4 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep.

RB 1242

Vuelling "alles inbegrepen"

CVB Aanbeveling met ALERT bevestigd, 21 december 2011, dossiernr. 2011/00813 (Vuelling "Alles inbegrepen")

Het betreft een uiting op de website www.vueling.com/NL/.
Daarin staat onder het kopje “Prijzen kalender” onder meer:
“Om de goedkoopste vluchten te vinden, die je het beste uitkomen, geven we je een overzicht van de huidige prijzen voor de gekozen maanden. Prijs per traject. ALLES INBEGREPEN”.

Extra bijkomende kosten onvermeld:toeslag reis 9,50 p/p (tarieven creditcard betaling)

Het oordeel van het College
 
1. Het College stelt ten aanzien van de omvang van het beroep voorop dat de Com­missie de klacht gegrond heeft geacht op basis van de primaire grondslag daarvan. Deze grondslag is specifiek gebaseerd op hetgeen onder III sub 1 RR is bepaald, en dan meer in het bijzonder op de verplichting voor een aanbieder (Vueling) om prijzen te publi­ceren inclusief de op het mo­ment van pu­blicatie bekende vaste on­vermijdbare (dat wil zeg­gen: bij­komende, on­losmakelijk aan de dienst verbonden) kosten die voor de aangeboden diensten moeten worden betaald. Omdat de Com­missie de primaire grondslag van de klacht gegrond heeft bevonden, is zij, zoals ook in de beslissing staat, niet meer toe­ge­komen aan het­geen Vueling subsidiair en tertiair in eerste aanleg heeft aangevoerd.

2. Het voorgaande brengt mee dat in be­roep dient te wor­den beoordeeld of de Com­missie terecht op basis van de primaire grondslag van de klacht aan Vueling een aan­be­veling heeft ge­daan. Indien dat het geval is, kan het­geen Vueling in beroep aanvoert met be­trekking tot de subsidiaire en tertiaire grondslagen van de klacht in deze procedure niet meer aan de orde zijn. Nu grief 1 kennelijk specifiek op die grond­sla­gen ziet, zal het College in de eerste plaats beoor­delen of grief 2 doel treft.
 
3. Vast staat dat Vueling voor elke wijze van betaling kosten in rekening brengt, met uitzondering van de betaling die plaatsvindt met een Visa Vueling credit card. Het College begrijpt het standpunt van Vueling aldus, dat nu niet in alle gevallen voor de be­taling kosten in rekening worden gebracht, deze kosten geen vaste onvermijd­ba­re kosten zijn als bedoeld in het bepaalde onder III sub 1 RR. Geïntimeerde stelt echter dat de toeslag die Vueling voor de betaling in rekening brengt, vrijwel niet te vermijden is, nu de Visa Vueling credit card een betaalmethode is waarover men in Nederland niet beschikt. In dit verband is van belang dat de Visa Vueling credit card door de Spaanse bank La Caixa wordt ver­strekt. Gelet op de naam daarvan gaat het College ervan uit dat de Visa Vueling credit card een bijzonder soort credit card is, die vooral is bedoeld om daarmee vluch­ten met Vueling te betalen. Deze credit card kan bij La Caixa of via internet kan wor­den aangevraagd.
 
4. Niet gesteld of gebleken is dat de Visa Vueling credit card inmiddels voor de Neder­landse consument een gang­baar be­taal­middel betreft. Het gaat om een credit card van een Spaanse bank die blijkbaar met een Spaanse luchtvaartmaatschappij ver­band houdt. Niet aannemelijk is dat de Nederlandse consument aan een dergelijke credit card de voorkeur geeft boven de in Nederland gebruikelijke credit cards. Gelet hierop is niet aannemelijk dat de Nederlandse con­su­ment deze kaart aan­schaft en daar­mee bij Vueling beta­lin­gen doet. Uitgangspunt is daarom dat, indien de Neder­landse con­sument bij Vueling een reis boekt, dat ge­beurt met de in Neder­land ge­bruikelijke betaal­mid­delen. Voor die betalingen zijn krachtens de voorwaar­den van Vueling altijd de hiervoor bedoelde boekings­toe­slagen verschuldigd.
 
5. Op grond van het voorgaande is naar het oordeel van het College de wijze waarop Vueling in de gewraakte reclame-uiting informatie over de prijs geeft, niet correct en duide­­lijk. De in die uiting bedoelde uitzondering waarbij geen betalingstoeslag hoeft te worden betaald, is voor de Nederlandse consument immers niet relevant en wekt bij deze consument ten onrechte de indruk dat die toeslag optioneel is. Nu de ver­plich­ting tot betaling van die toeslag niet direct uit de uiting blijkt, heeft de Com­mis­sie deze terecht in strijd met het bepaalde onder III RR geacht.
 
6. Blijkens het voorgaande treft grief 2 geen doel. Dit impliceert tevens dat niet meer hoeft te worden ingegaan op grief 1. Derhalve dient te worden beslist als volgt.
 
De beslissing
 
Bevestigt de beslissing van de Commissie.
 
Regeling: RRA III. sub 1.

  • 1
  • 2
  • 3
  • 11 - 20 van 29