RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Milieu  

RB 2062

Etiket heeft een gebruiksaanwijzing, handschoenen niet verplicht

RCC 19 februari 2014, dossiernr. 2014/00047 (HG schimmel zonder bescherming)
Afwijzing. Gebruiksaanwijzing, geen wettelijke plicht. Afwijzing. Het betreft een televisiereclame voor de “HG schimmel-, vocht- & weerplekkenreiniger”. Daarin rust een man, die van plan is om de badkamer met adverteerders reiniger te gaan schoonmaken, zich uit met een zijn volledige lichaam bedekkend oranje pak, een gezichtsmasker met verlichting en een hogedrukreiniger, die op zijn rug wordt gebonden en waarvan hij de spuitlans in zijn hand houdt. Als hij zich helemaal heeft ingepakt en de badkamer in gaat, treft hij daar een vrouw die de tegels in de badkamer al schoon heeft gemaakt en zegt zij, met een klein lachje: “Doe toch niet zo raar, ik ben toch allang klaar!”. Vervolgens ziet men hoe zij de badkamertegels reinigt terwijl zij zegt: “Schimmel in de badkamer is makkelijk, veilig en snel te verwijderen. Even sprayen en de schimmel verdwijnt bijna direct!”.

De klacht
De uiting is misleidend omdat daarbij, anders dan op het etiket verplicht wordt gesteld, geen handschoenen worden gedragen. Ook moet er goed geventileerd worden en moet men de spay niet inademen. De in de uiting getoonde beelden zijn met deze voorschriften in strijd en om die reden acht klaagster de uiting misleidend.

Het verweer
Het gebruik van rubber dan wel plastic handschoenen is geen wettelijke verplichting maar een advies. Het gebruik van adverteerders product zonder handschoenen levert absoluut geen gevaar op voor de gezondheid. Op het etiket wordt ook geadviseerd om tijdens gebruik goed te ventileren. Dit is eveneens een advies omdat sommige gebruikers de chloorlucht als minder prettig ervaren. De op het etiket staande gebruiksvoorschriften en adviezen voldoen aan de wettelijke eisen.

Het “unique selling point” van het product is juist het gebruiksgemak en dit heeft adverteerder in deze “over-the-top”-commercial, die al ruim 2 jaar wordt uitgezonden, willen benadrukken.

De re- en dupliek.
Klaagster en adverteerder hebben bij repliek respectievelijk dupliek hun standpunt gehandhaafd en nader toegelicht.

Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat zij in deze beslissing alleen oordeelt over de uiting waarnaar klaagster in eerste instantie verwijst en niet over de nieuwe commercial waarnaar klaagster in haar repliek verwijst.

Klaagsters bezwaar betreft het feit dat de op het etiket staande gebruiksaanwijzingen, zoals het dragen van handschoenen, in de uiting niet in acht zijn genomen. De Commissie acht echter aannemelijk dat adverteerder, zoals hij stelt, wettelijk verplicht is deze tekst op het etiket te plaatsen maar dat, zoals het woord “gebruiksaanwijzing” al zegt, het etiket aanwijzingen geeft hoe men het product het beste kan gebruiken. Deze aanwijzingen impliceren echter niet dat de gebruiker verplicht is het product overeenkomstig deze aanwijzingen te gebruiken.

Voorts overweegt de Commissie dat bij de in de reclame-uiting getoonde scène, waarin de man zich van top tot teen inpakt voordat hij de tegels in de badkamer met adverteerders product wil schoonmaken, sprake is van voor de gemiddelde consument kenbare overdrijving.

Op grond van het bovenstaande overwegingen acht de Commissie de klacht ongegrond.

De beslissing

Op grond van het voorgaande wijst de Commissie de klacht af.

RB 2051

Schone waterdamp e-smoking niet bewezen

RCC 3 februari 2014, dossiernummer 2013/0085 (Reclamefilmpje e-smoking)
Misleidend. Oneerlijk. Milieuclaim. E-smoking. Aanbeveling. Het betreft een televisiereclame voor “het nieuwe roken van e-smoking”. Daarin is een tekenfilmpje is te zien, waarbij wordt gezegd: “Roken zonder op het balkon alleen in de regen achter te blijven? Het kan met het nieuwe roken van e-smoking. U blaast geen stinkende rook uit, maar schone waterdamp. Dus blijf gezellig binnen en rook wanneer u wilt. E-smoking.” De klager heeft succesvol ingebracht dat men anders dan bij reguliere sigaretten geen schadelijke stoffen, maar alleen waterdamp zou uitblazen. De bestreden uiting is een milieuclaim waarvan de juistheid niet is aangetoond door adverteerder en is derhalve in strijd met de Milieu Reclame Code en de Nederlandse Reclame Code.

Ter vergadering van de Commissie van 12 december 2013 is adverteerder in de gelegenheid gesteld de woorden “schone waterdamp” nader (schriftelijk) te onderbouwen. Van deze gelegenheid heeft adverteerder geen gebruik gemaakt; adverteerder heeft -samengevat- meegedeeld dat “de onderzoeksresultaten” nog enige tijd op zich zullen laten wachten en dat adverteerder op dit moment nog niet in staat is te bewijzen dat “de uitgeblazen damp niet schadelijk is voor de omgeving”.

De rechtbank oordeelt dat gelet op de mededeling “U blaast geen stinkende rook uit, maar schone waterdamp” de bestreden uiting moet worden aangemerkt als een milieuclaim in de zin van de MRC. Nu adverteerder de juistheid van voornoemde mededeling niet heeft aangetoond, acht de Commissie de uiting in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC. Bovendien gaat het gepaard met onjuiste informatie over de risico’s van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1914

Op fles aangebrachte tekst "100 % biodegradable" is onjuist

RCC 28 augustus 2013, dossiernr. 2013/005463 (100% biodegradable)
Verpakking, etiket, aanbeveling. Het betreft de claim “100% Biodegradable /recycable, bottles for a healthier earth” die is aangebracht op halve liter drinkwaterflessen.

De klacht - Met deze tekst wordt geappelleerd aan het milieu. De flessen zijn echter gemaakt van PET (Recycle code 01) en de doppen zijn van PE-HD (Recycle code 02). Beide stoffen zijn niet biologisch afbreekbaar, maar alleen te recyclen. Met deze claims wordt getracht de consument tot aankoop te bewegen vanwege de ogenschijnlijke milieubewustheid van de fabrikant.

Het oordeel van de Commissie
De bewuste fles is een verpakking en derhalve een reclame uiting in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Op de verpakking wordt, met de gewraakte mededeling, expliciet gerefereerd aan milieuaspecten verbonden aan het product, zodat de Milieu Reclame Code (MRC) daarop van toepassing is.

Adverteerder heeft erkend dat de op de bewuste fles aangebrachte tekst “100 % biodegradable” niet juist is.

Ingevolge artikel 2 MRC mogen -kort gezegd- milieuclaims niet misleidend zijn ten aanzien van milieuaspecten betreffende het aangeprezen product en ingevolge artikel 3 MRC dienen milieuclaims aantoonbaar juist te zijn. Gelet hierop acht de Commissie de uiting in strijd met de artikelen 2 en 3 van de MRC.

Het bovenstaande laat onverlet dat het waardering verdient dat adverteerder streeft naar een voor het milieu zo min mogelijk belastende verpakking.

De beslissing
Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1811

Verwijzen naar website voor de hoeveelheid biobrandstof is onvoldoende

RCC 10 juni 2013, dossiernr. 2013/00267 (KLM Biobrandstof)
Milieuclaim. Ontbrekende informatie: hoeveelheid biobrandstof. Aanbeveling. Het betreft een paginagrote advertentie in Het Financieele Dagblad van 8 maart 2013 waarin onder de aanhef: “Wij vliegen op biobrandstof, u ook?” Onder meer staat: “KLM, Schiphol Group en Delta Air Lines starten een serie wekelijkse vluchten van New York naar Amsterdam op duurzame biobrandstof”.

De klacht - Het komt klager voor dat voor de in de advertentie bedoelde vluchten vooral fossiele brandstof wordt gebruikt en nauwelijks biobrandstof. Klager verwijst naar de in de uiting genoemde website www.klmtakescare.com. Daarin staat over de bewuste vluchten met een B777-200 onder meer: “Op elke vlucht wordt gemiddeld 24 ton minder CO2 uitgestoten”. Volgens klager is deze vermindering door biobrandstof minimaal en duidt dit erop dat er  vooral kerosine wordt gebruikt.

Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat de advertentie moet worden aangemerkt als een milieuclaim in de zin van artikel 1 van de Milieu Reclame Code (MRC); door de mededeling dat KLM wekelijks op (duurzame) biobrandstof vliegt, wordt expliciet verwezen naar milieuaspecten verbonden aan de productie, distributie en/of consumptie van diensten van KLM.

In de uiting staat “Wij vliegen op biobrandstof” en “KLM, Schiphol Group en Delta Air Lines starten een serie wekelijkse vluchten van New York naar Amsterdam op duurzame biobrandstof”, zonder dat in diezelfde uiting duidelijk wordt gemaakt dat slechts voor een gedeelte op biobrandstof wordt gevlogen. Blijkens het verweer is het op dit moment toegestaan om met maximaal 50% biobrandstof in de commerciële luchtvaart te vliegen en kan KLM op dit moment ongeveer 40% van de maximaal toegestane hoeveelheid biobrandstof inzetten. Nu niet uitdrukkelijk in de uiting is vermeld dat tijdens de bewuste vluchten slechts voor een gedeelte op biobrandstof wordt gevlogen, kan bij de lezer van de advertentie de onjuiste indruk ontstaan dat volledig op biobrandstof wordt gevlogen. De Commissie acht het niet althans onvoldoende aannemelijk dat de gemiddelde lezer van Het Financieele Dagblad en de Financiële Telegraaf, al dan niet behorend tot “corporate Nederland”, zodanig bekend is met de onderhavige materie, dat geen misverstand zal bestaan over de mate waarin met biobrandstof wordt gevlogen. Nu informatie over de hoeveelheid biobrandstof in de uiting zelf ontbreekt, acht de Commissie de advertentie misleidend als bedoeld in artikel 2 van de NRC. Niet kan worden volstaan met de mededeling aan het slot van de advertentietekst: “Meer weten? klmtakescare.com”.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 2 MRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1628

Absolute claim "milieuvriendelijk", anders dan "milieuvriendelijker"

RCC 6 februari 2013, dossiernr. 2012/01141 (cv-haarden; milieuvriendelijk)

wood stove 2 In de uiting worden de door adverteerder aangeboden houtgestookte cv-haarden (“CV Haarden zowel hout-, gas- als pelletgestookt”) aangeduid als “milieuvriendelijk”. Deze aanduiding dient, anders dan bijvoorbeeld de aanduiding “milieuvriendelijker”, te worden aangemerkt als een absolute milieuclaim in de zin van de Milieu Reclame Code. De advertentie geeft de indruk dat het gebruik van houtgestookte (cv) haarden geen negatief effect heeft op het milieu.

De producten van adverteerder voldoen aan de 11 keurmerken die tot stand zijn gekomen na onderzoeken waarnaar houtrook.nl verwijst, en die veel verder gaan dan de in Nederland gehanteerde normen.

Ingevolge artikel 3 MRC dient adverteerder de juistheid van deze absolute milieuclaim aan te tonen. Naar het oordeel van de Commissie is adverteerder daarin niet geslaagd. Weliswaar is voldoende aannemelijk geworden dat de door adverteerder aangeboden houtgestookte cv-haarden aan meer keurmerken voldoen dan in Nederland is voorgeschreven en (daardoor) als milieuvriendelijker kunnen worden beschouwd dan andere cv-haarden, maar dat betekent niet dat adverteerders houtgestookte cv-haarden absoluut milieuonschadelijk zijn. Gelet hierop acht de Commissie de uiting vanwege het gebruik van de kwalificatie “milieuvriendelijk” in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC.

RB 1609

Motie over een opt-insysteem voor (reclame)drukwerk

Motie van het lid Ouwehand,Kamserstukken II 2012/13, 28 694, nr.106

I blame the post officeDe Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de huis-aan-huisverspreiding van drukwerk een grote
belasting is voor het milieu en een grote bron van ergernis van veel mensen;
overwegende dat gemeenten en bedrijven veel meer gebruik zouden kunnen
maken van digitale mogelijkheden om mensen te informeren;
verzoekt de regering, de standaard huis-aan-huisverspreiding van
(reclame)drukwerk te vervangen door een opt-insysteem waarbij mensen
alleen folders of krantjes ontvangen als zij daar expliciet om vragen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ouwehand

RB 1452

Absolute milieuclaims door Citroën

RCC 28 juni 2012, dossiernr. 2012/00491 (Citroën)

Bijzondere Reclamecode. Milieu.

Deze zaak betreft een reclame op de website www.citroen.nl.

Het bezwaar van de klager betreft de claim dat sprake zou zijn van 'absolute milieuvriendelijke onderhoudsproducten' ’, alsmede de afbeelding van de auto en de verwijzing naar het ‘speciale logo’ op de productverpakking dat ‘staat voor de betrokkenheid van Citroën bij het milieu’. Er is sprake van strijd met de artikelen 1, 2, 3 en 7 van de Milieu Reclame Code (MRC).

Volgens de Commissie is er sprake van absolute milieuclaims. Adverteerder heeft de juistheid van deze claims niet aangetoond en de gemiddelde consument kan niet proefondervindelijk vaststellen in hoeverre deze claims waar zijn, de uiting is in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC. Met betrekking tot de afbeelding van de auto en het logo op de verpakking treft de klacht geen doel, nu er geen sprake is van een milieuaanduiding of milieusymbool.

Nu zonder nuancering wordt gesproken van milieuvriendelijke producten, is onmiskenbaar sprake van absolute milieuclaims. Nu adverteerder de juistheid van deze claims niet heeft aangetoond en de gemiddelde consument niet zelf proefondervindelijk kan vaststellen in hoeverre deze claims waar zijn, acht de Commissie de uiting in strijd met de artikelen 2 en 3 van de MRC.

Weliswaar zal gelden dat de bedoelde producten wellicht milieuvriendelijker zijn dan andere reinigings- en of onderhoudsproducten en staat het adverteerder vrij om in reclame daarop de aandacht te vestigen, maar dit maakt niet dat zij mag stellen dat haar producten in absolute zin milieuvriendelijk zijn.

RB 1397

Verfresten in een vaatwasser

Vz (toewijzing) 24 april 2012, dossiernr. 2012/00330 (Verfkwasten in Miele)

In een commercial worden verfkwasten, een palet en potjes met verfresten in de vaatwasser gedaan. Dit is in strijd met de milieuwetgeving. Door de reclame zouden meer mensen op het idee kunnen komen verfresten door het riool te spoelen. Als verweer wordt aangegeven dat gebruik is gemaakt van natuurverf.

De voorzitter oordeelt dat de gemiddelde consument zal uitgaan van de in het algemeen gebruikte verven, nu er niets over de soort gebruikte verf wordt gebruikt. Er is strijd met de wet (artikel 10.1 lid 2 van de Wet milieubeheer - verbod om zodanige handelingen met betrekking tot afvalstoffen te verrichten of na te laten waarvan hij weet of redelijkerwijs had kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu kunnen ontstaan) en tv-commercial in strijd met het openbaar belang.

Ingevolge artikel 10.1 lid 2 van de Wet milieubeheer is het een ieder verboden om zodanige handelingen met betrekking tot afvalstoffen te verrichten of na te laten waarvan hij weet of redelijkerwijs had kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu (kunnen) ontstaan. Het in een vaatwasser reinigen van gebruikte verfartikelen dient te worden aangemerkt als een verboden handeling als bedoeld in deze bepaling. Verf bevat immers over het algemeen stoffen die bezwaarlijk zijn voor het (water)milieu. Of dat ook het geval is bij “natuurverf”, waarvan volgens Miele in de commercial gebruik wordt gemaakt, kan in het midden blijven, nu over het soort gebruikte verf in de commercial niets wordt gezegd. De gemiddelde consument zal uitgaan van de in het algemeen gebruikte verven.

Consumenten kunnen door de commercial ertoe gebracht worden om, in strijd met genoemde wettelijke bepaling, gebruikt verfmateriaal te reinigen in een (Miele) afwasautomaat. Om deze reden acht de voorzitter de televisiecommercial in strijd met het algemeen belang als bedoeld in artikel 3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

TV-Commercial is hier nog te vinden: YouTube.

RB 1396

Fictieve gemeentelijke dienst onvoldoende fictief op de voorzijde

RCC 16 april 2012, dossiernr 2012/00320 (Gamma / Gemeentelijke Dienst Afvalverwerking), 2012/00320A (Gemeente Deurne - Gamma), 2012/00320B, 2012/00327, 2012/00329 en 2012/00347

Het gaat om een huis-aan-huis verspreide folder tot kaartformaat dichtgevouwen waar op de voorzijde "Gemeentelijke Dienst Afvalverwerking" staat. Op de achterzijde staat vermeld: "verscherpte controles grofvuil" en een mededeling over de kortingsactie van Gamma en dat dit vrees geeft voor een overvloed aan oude bouwmaterialen (zie hiernaast).

De commissie bevestigt dat er middels het vermelden van een (niet-bestaande) gemeentelijke dienst, het gebruik van een logo en het vermelden van het onderwerp "verscherpte controles" onduidelijkheid bestaat over de aard van de uiting als reclame. Daardoor wordt in strijd gehandeld met artikel 11.1 NRC. Dat er echter ná opening van de kaart sprake is van verwarring, acht de commissie niet aannemelijk. Consumenten worden er niet toe gebracht een transactie te nemen. Er is dus geen strijd met artikel 8.2 NRC. Er is - tot slot - geen strijd met het algemeen belang/goede zeden of schade voor het vertrouwen in reclame ex de artikelen 3 en 5 NRC.

Uit 2012/00320A: De reclame-uiting zorgt voor veel verwarring onder de inwoners van Deurne, vooral omdat daar sinds begin 2012 nieuwe regels voor de inzameling van huisvuil gelden en de gemeente de inwoners daarover schriftelijk heeft bericht. Uitgaand van de uiting in haar geheel, dus buiten- en binnenzijde tezamen, kan niet worden geoordeeld dat Gamma in de uiting beweert dat Gamma door de gemeente wordt aanbevolen, erkend of goedgekeurd. Er wordt niet in strijd met artikel 2 Code Brievenbusreclame, huissampling en direct response (CBR) gehandeld.

1. (...) Door de wijze van adressering, het vermelden van de “Dienst Gemeentelijke Afvalverwerking” en “de gemeente” als afzender, het gebruik van een op een gemeentewapen gelijkend logo en het vermelden van “Verscherpte controles grofvuil” als onderwerp van de uiting wordt sterk de indruk gewekt dat sprake is van een officiële mededeling van (een dienst van) de gemeente die is bestemd voor de inwoners van die gemeente. Het feit dat op de achterzijde gesproken wordt over “een grote kortingsactie bij Gamma” neemt de onjuiste indruk die wordt gewekt met betrekking tot de aard van de boodschap niet weg. Pas na opening van de dichtgeplakte uiting blijkt duidelijk dat deze reclame van Gamma bevat.

Gelet op het vorenstaande heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel 11.1 NRC.

2. Bij opening van de uiting blijkt duidelijk dat sprake is van een reclame-uiting van Gamma. De Commissie acht niet aannemelijk dat de eventuele verwarring die is veroorzaakt door de buitenzijde van de uiting de gemiddelde consument ertoe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Gelet hierop is geen sprake van misleidende reclame in de zin van artikel 8.2 NRC.

 3. De uiting is naar het oordeel van de Commissie evenmin in strijd met het algemeen belang, de openbare orde of de goede zeden als bedoeld in artikel 3 NRC dan wel schadelijk voor het vertrouwen in reclame in de zin van artikel 5 NRC. Het enkele feit dat de gemiddelde consument door de buitenkant van de uiting op het verkeerde been kan worden gezet met betrekking tot de aard van de boodschap is, mede gelet op de duidelijkheid daaromtrent na opening van de uiting, niet zodanig ernstig dat sprake is van overtreding van de artikelen 3 en 5 NRC.

Uit 2012/00320A:

4. De Commissie gaat ervan uit dat gemeente Deurne met haar bezwaar tegen de suggestie in de uiting dat Gamma een partij is waar de gemeente achter staat of zelfs mee samenwerkt doelt op punt 4 van Bijlage 1 bij de NRC. Hierin is bepaald dat het onder alle omstandigheden misleidend is om in reclame te beweren dat een adverteerder (met inbegrip van zijn reclame) of een product door een openbare of particuliere instelling is aanbevolen, erkend of goedgekeurd terwijl zulks niet het geval is, of iets dergelijks beweren zonder dat aan de voorwaarde voor de aanbeveling, erkenning of goedkeuring wordt voldaan.
Dit onderdeel van de klacht treft geen doel. Uitgaand van de uiting in haar geheel, dus buiten- en binnenzijde tezamen, kan niet worden geoordeeld dat Gamma in de uiting beweert dat zij door de gemeente wordt aanbevolen, erkend of goedgekeurd.

5. Het beroep van gemeente Deurne op artikel 2 CBR, met het argument dat adverteerder zich niet zodanig heeft geïdentificeerd dat hij gemakkelijk kenbaar was voor de ontvanger, kan alleen op grond hiervan niet worden toegewezen. Gelet op de uiting in haar geheel heeft Gamma voldoende kenbaar gemaakt dat de uiting van haar afkomstig is en niet van de gemeente.

RB 1393

Ecologisch, biologisch (en diervriendelijk)

RCC 29 maart 2012, dossiernr. 2012/00179 (Hanos kaviaar biologisch/ecologisch)

In de uiting, waarvan de titel luidt: “Kaviaar uit Nederland verantwoord gekweekt”, wordt gesteld dat de kweekwijze van de bewuste kaviaar ‘ecologisch, biologisch en diervriendelijk’ is. In de klacht is er niets over 'diervriendelijkheid' vermeld, daarop gaat de Commissie dan ook niet in.

Onder verwijzing naar artikel 23 van de Verordening (EG) Nr. 834/2007 inzake de biologische producten en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) NR. 2092/91, waarin onder meer is bepaald dat de termen vermeld in de bijlage bij deze verordening, waaronder ‘biologisch’ en ‘ecologisch’, kunnen worden gebruikt voor de etikettering van en de reclame voor een product dat voldoet aan de voorschriften die bij of krachtens deze verordening zijn vastgesteld.

Commissie: Naar klaagster onweersproken heeft gesteld voldoet de kaviaar waarvoor in de onderhavige uiting reclame wordt gemaakt niet aan de bedoelde voorschriften. Aldus is komen vast te staan dat adverteerder heeft gehandeld in strijd met de genoemde verordening.
 
Op grond van het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat de reclame is gemaakt in strijd met de wet zoals bedoeld in artikel 2 NRC.

Er is slechts één eerdere uitspraak bekend, LJN BO5322, waarin deze verordening in Nederland is gebruikt.