RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Milieu  

RB 3059

Boete Volkswagen AG voor oneerlijke handelspraktijken

18 okt 2017, RB 3059; (Volkswagen AG), https://www.reclameboek.nl/artikelen/boete-volkswagen-ag-voor-oneerlijke-handelspraktijken

ACM 18 oktober 2017, ACM/17/003870 (Volkswagen AG) Software. Volkswagen AG plaatste manipulatiesoftware in auto’s van de merken Volkswagen, SEAT, ŠKODA en Audi die zij tussen 2009 en 2015 heeft geproduceerd. Deze software herkende de testomgeving en zorgde ervoor dat de uitstoot van stikstofoxiden in die testomgeving minder was dan op de weg. Volkswagen AG profileerde zich tegelijkertijd als een milieubewuste organisatie die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan en adverteerde hiermee richting consumenten. Bovendien gaf zij te kennen dat zij typegoedkeuring voor de betrokken auto’s had verkregen, terwijl zij feitelijk niet aan de voorwaarden daarvoor had voldaan. Hiermee heeft Volkswagen AG gehandeld in strijd met de vereisten van professionele toewijding en heeft zij consumenten misleid. De ACM legt hiervoor een boete op aan Volkswagen AG van EUR 450.000.

RB 2863

Reclame 't Stokertje "milieubewuste keuze" en "CO2-neutrale" houtkachels is misleidend

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 19 apr 2017, RB 2863; Dossiernr: 2017/00161 ('t Stokertje Houtkachels), https://www.reclameboek.nl/artikelen/reclame-t-stokertje-milieubewuste-keuze-en-co2-neutrale-houtkachels-is-misleidend

RCC 19 april 2017, RB 2863; dossiernr. 2017/00161 ('t Stokertje Houtkachels) Aanbeveling. Milieuclaim. Uiting: Het betreft een uiting op www.stokertje.nl. Onder het kopje “Houtkachel”: “Hout als brandstof is, met een mooi woord, hernieuwbaar. Stoken op hout met een houtkachel is dus niet alleen kostenbesparend, maar óók een milieubewuste keuze.”. Onder het kopje “Houtkachel stoken is CO2-neutraal”: “[...] Daarom is hout als brandstof in een houtkachel met een hoogstaande verbrandingstechniek vrijwel CO2-neutraal.” Onder het kopje “Hoogrendementhoutkachel”: “Tegenwoordig moeten houtkachels aan allerlei eisen voldoen zodat ze niet onnodig belastend zijn voor het milieu.”. Klacht: Klager maakt bezwaar tegen de termen (a) "hernieuwbaar", (b) "milieubewuste keuze", (c) "CO-2 neutraal" en (d) "houtkachels moeten aan allerlei eisen voldoen zodat ze niet belastend zijn voor het milieu". Hij stelt dat hout stoken vervuilender is dan gas verbranden. Hij acht de reclame in strijd met de waarheid als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), onjuist, en misleidend als bedoeld in artikel 8 NRC. Klager licht zijn bezwaar als volgt nader toe.

RB 2860

NS uiting 100% windstroom is niet misleidend

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 4 apr 2017, RB 2860; Dossiernr: 2017/00119 (NS 100% windstroom), https://www.reclameboek.nl/artikelen/ns-uiting-100-windstroom-is-niet-misleidend

RCC 4 april 2017, RB 2860; dossiernr. 2017/00119 (NS 100% windstroom) Afwijzing. Milieu. Uiting: Het betreft de volgende uiting op de website van NS (https://groenetrein.ns.nl/): “Als eersten in de wereld reizen treinreizigers in Nederland op 100% windstroom. De trein was al de meest duurzame manier van reizen voor langere afstanden. En dankzij het partnership van NS en andere spoorvervoerders met Eneco rijden alle elektrische treinen in Nederland vanaf 2017 volledig op windstroom van Eneco. Daardoor kunnen dagelijks 600.000 treinreizigers in Nederland 100% klimaatneutraal reizen.” Klacht: Klager maakt bezwaar tegen de aanduiding “100% windstroom” in de kop van de uiting. 100% windenergie kan niet gegarandeerd worden, aldus klager, omdat het niet altijd waait en bij windstilte voor de stroomlevering aan NS overgeschakeld moet worden op stroom uit andere – fossiele of niet-fossiele – bronnen. Bovendien is het distributiesysteem in Nederland zodanig dat nooit kan worden gegarandeerd dat de gehele bedrijfsvoering van NS daadwerkelijk alleen op windenergie draait. Er zou alleen van een 100% garantie gesproken kunnen worden indien de windturbines direct gekoppeld zijn aan het elektriciteitsnet van NS. Klager stelt dat “100% windenergie” een misleidende en niet onderbouwde claim is, waardoor de claim in strijd is met de artikelen 2 en 3 van de Milieu Reclame Code (MRC).

RB 2849

Verboden milieuclaim voor Kachelkonings pellet cv-ketel

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 14 mrt 2017, RB 2849; dossiernr. 2016/00946 (Kachelkoning pellet cv-ketel), https://www.reclameboek.nl/artikelen/verboden-milieuclaim-voor-kachelkonings-pellet-cv-ketel

RCC 14 maart 2017, RB 2849; dossiernr. 2016/00946 (Kachelkoning pellet cv-ketel) Aanbeveling. Artikel 2 en 3 van de Milieu Reclame Code. Uiting: Het betreft een advertentie in “De Streekkrant” van 30 november 2016. Daarin staat onder het kopje: “Nu € 3200 subsidie op nieuwe Laminox pellet cv-ketel” onder meer: “Vervang uw gas cv-ketel nu door een pellet-cv ketel! Spaar het milieu en verdien veel geld!”. Klacht: De zinsnede “Spaar het milieu” is misleidend en in strijd met de artikelen 2 en 3 van de Milieu Reclame Code (MRC). Klager verwijst naar de dossiers 2012/01141, 2016/00397, 2016/00399, 2016/00400 en 2016/00401 en licht zijn klacht als volgt nader toe. Voor de aanmaak van pellets wordt roofbouw op bos in Amerika en Oost Europa gepleegd. Verder is er vervuilend vervoer over een grote afstand per schip of vrachtwagen nodig.

RB 2638

Genoeg ruimte in advertentie om suggestie dat fles 100% grachtenplastic is te verduidelijken

RCC 15 december 2015, RB 2638; Dossiernr: 2015/01154 (Ecover Afwasmiddel)
Milieu Reclame Code. Uiting: Het betreft een uiting in de Bonusfolder van Albert Heijn van week 46 2015, waarin naast de afbeelding van een fles Ecover afwasmiddel staat:

“Ontdek! Ecover Afwasmiddel
Bij gebruik van Ecover afwasmiddel zorg je niet alleen voor een schone vaat, maar ook voor schone grachten. De flessen worden namelijk gemaakt van het plastic dat we samen met klanten van Albert Heijn uit het water hebben gevist.”

Klacht: De uiting suggereert dat de fles 100% van uit het water gevist plastic is gemaakt. In de winkel hangt aan de fles echter een labeltje waarop - bij een asterisk - staat dat maar 10% van de fles uit grachtenplastic bestaat en voor de rest uit gewone gerecyclede kunststof.

Commissie:

Met de mededeling “Bij gebruik van Ecover afwasmiddel zorg je niet alleen voor een schone vaat, maar ook voor schone grachten. De flessen worden namelijk gemaakt van het plastic dat we samen met klanten van Albert Heijn uit het water hebben gevist” wordt expliciet gerefereerd aan milieuaspecten verbonden aan het product. Hierdoor is sprake van een milieuclaim en is de Milieu Reclame Code (MRC) van toepassing. Op grond van artikel 2 MRC mogen milieuclaims geen mededelingen, afbeeldingen of suggesties bevatten waardoor de consument misleid kan worden over milieuaspecten van het aangeprezen product.

Naar het oordeel van de Commissie suggereert de mededeling “de flessen worden namelijk gemaakt van het plastic dat we (…) uit het water hebben gevist” - door het gebruik van het woordje van - dat de flessen helemaal van dit grachtenplastic zijn gemaakt. Als erkend is echter komen vast te staan dat de flessen slechts voor 10% uit grachtenplastic bestaan. Gelet hierop acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 2 MRC. Daarbij wordt opgemerkt dat de advertentie voldoende ruimte biedt om duidelijk te maken dat de Ecover fles gedeeltelijk is gemaakt van uit de grachten gehaald plastic. Dat dit in andere uitingen voor Ecover afwasmiddel wel wordt meegedeeld, zoals adverteerder stelt, neemt de misleiding in de bestreden uiting niet weg.

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 MRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2561

Naastgelegen stuwencomplex Hagestein ook in beeld

Voorz. RCC 14 oktober 2015, RB 2561; dossiernr. 2015/00974(Waterkrachtcentrale Maurik)
Afwijzing van de klacht. Het betreft een televisiecommercial voor “Nuon Groen uit Nederland”, waarin dit product wordt aangeprezen als “duurzame energie uit eigen land”. In de televisiecommercial is onder meer de waterkrachtcentrale Maurik te zien. De klacht: Klager stelt dat in de televisiecommercial beelden van de stuw bij Hagestein zijn te zien. Deze waterkrachtcentrale werd voorheen gebruikt door adverteerder. Zij is echter daarmee gestopt. Klager vraagt zich af waarom adverteerder dan toch nog reclame voor groene stroom maakt.

Het verweer

Dit kan als volgt worden samengevat. De stuw Hagestein maakt deel uit van het Stuwensemble Hagestein/Amerongen/Driel. Naast dit Stuwensemble is de waterkrachtcentrale Maurik van adverteerder gelegen. Deze waterkrachtcentrale van adverteerder voorziet ongeveer 8.000 huishoudens van duurzaam opgewekte elektriciteit. In de televisiecommercial wordt een beeld geschetst van waterkracht. Daarbij wordt extra de aandacht gevestigd op de waterkrachtcentrale Maurik van adverteerder, zoals ook blijkt uit het logo van adverteerder dat duidelijk op deze waterkrachtcentrale is te zien. Het is vrijwel onmogelijk om de waterkrachtcentrale Maurik in beeld te brengen zonder dat het daarnaast gelegen Stuwensemble in beeld komt.

Het oordeel van de voorzitter
Voor zover klager met zijn klacht bedoelt te stellen dat adverteerder geen gebruik maakt van waterkracht, oordeelt de voorzitter dat adverteerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij met behulp van de waterkrachtcentrale Maurik stroom opwekt voor ongeveer 8.000 huishoudens. Deze waterkrachtcentrale komt in de televisiecommercial uitdrukkelijk in beeld, waarbij het logo van adverteerder is te zien. Dat, aanzienlijk minder prominent in beeld, ook een daarnaast gelegen stuwencomplex is te zien dat niet van adverteerder is, leidt niet tot het oordeel dat de reclame-uiting onjuist of misleidend is. De boodschap van de televisiecommercial is immers dat adverteerder “duurzame energie” levert die mede met waterkracht is opgewekt. Deze boodschap dient op grond van het voorgaande juist te worden geacht.

RB 2452

Onduidelijke claim over 1 ton CO2

RCC 16 juli 2015, RB 2452; dossiernr. 2015/00659 (Groener vliegen)
Aanbeveling (gedeeltelijk). MIlieu. De uiting:“Groener vliegen past binnen een verantwoord reisbeleid. Het vermindert reiskosten en CO2. Met TravelScan, TravelCoach en GreenSeat van Climate Neutral Group kunt u tot wel 25% besparen. Deze diensten geven u inzicht en praktische suggesties voor het vermijden, verminderen en vergroenen van uw zakelijke vluchten".“U vliegt al klimaatneutraal binnen Europa voor de prijs van een kop koffie. 100% Klimaatneutraal vliegen?"

De klacht: 

a. In de advertentie staat: “Groener vliegen = ook lagere reiskosten”. Het is onbegrijpelijk hoe dit mogelijk is zonder de gevlogen afstanden te bekorten.

b. Onder de kop “100% Klimaatneutraal vliegen?” staat:
“Compensatie is de enige manier om uw CO2-uitstoot volledig te beperken” en verderop staat: “1 ton CO2 hier geproduceerd = 1 ton CO2 daar gereduceerd” . Voor klimaatneutraal vliegen kan echter niet worden volstaan met het verminderen van dezelfde hoeveelheid CO2. Volgens de IPPC-rapporten kent de CO2-uitstoot bij vluchten 2 tot 3 keer meer klimaatgevolgen. De website www.climateneutralgroup.com” verwijst ook naar het IPPC (“het door het UN aangewezen instituut dat klimaatverandering wetenschappelijk onderzoekt”). Er is derhalve geen sprake van klimaatneutrale reductie. Ook de vorming van roet en condensstrepen dient bij de compensatie te worden betrokken.

c. Op de site staat: “Wanneer u rechtstreeks via Climate Neutral Group klimaatneutraal vliegt, levert u per kwartaal of per jaar een lijst aan met uw vluchtdata”. “Neutraal” wordt echter niet bereikt door compensatie achteraf, soms na een jaar. Het tijdelijk hogere CO2-gehalte wordt genegeerd.

d.Op de site staat: “U vliegt al klimaatneutraal binnen Europa voor de prijs van een kop koffie”. Klager vindt het misleidend om de huidige, lage CO2-prijs als maatstaf te nemen.

Het oordeel van de Commissie: Ad a. De Commissie begrijpt dat adverteerder bedrijven adviseert over -zoals in het verweer gesteld- “een groener reisbeleid, dat in de meeste gevallen leidt tot lagere reiskosten”, bijvoorbeeld omdat Business class wordt vervangen door Economy class, maar ook omdat videoconferences worden gehouden of treinreizen worden gemaakt, in plaats van dat men vliegt. Ter zitting is namens adverteerder meegedeeld dat uit communicatief oogpunt beter zou kunnen worden gesproken over “Groener reizen” dan over “Groener vliegen”.

Nu adverteerder onder “groener vliegen” ook verstaat dat men niet vliegt om kosten te besparen is de juistheid van de mededeling “Groener vliegen = ook lagere reiskosten” niet aannemelijk geworden. In zoverre gaat de advertentie gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad b.

Op de site staat onder de kop “100% Klimaatneutraal vliegen?”:

“Compensatie is de enige manier om uw CO2-uitstoot volledig te beperken” en verderop staat: “1 ton CO2 hier geproduceerd = 1 ton CO2 daar gereduceerd”. In dit onderdeel van de website is niet vermeld dat de mededeling “1 ton CO2 hier geproduceerd” niet alleen ziet op het broeikasgas CO2,   maar ook op andere broeikasgassen, zoals methaan en stikstofoxide en op de vorming van roet en condensstrepen, die volgens het verweer alle worden betrokken in de berekening. Elders op de website staat wel:

“Op deze GreenSeat vlieg je klimaatneutraal, wat betekent dat alle broeikasgassen, roet en condensstrepen worden meegenomen in de berekening”,

maar deze mededeling geeft onvoldoende duidelijkheid over wat wordt bedoeld met “1 ton CO2 hier geproduceerd”.

Gelet op bovenbedoelde onduidelijkheid acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de voordelen van het product als bedoeld in 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Aangezien de bestreden uiting moet worden aangemerkt als een milieuclaim in de zin van de Milieu Reclame Code (MRC), acht de Commissie de uiting tevens in strijd met artikel 2 MRC. Deze bepaling houdt -voor zover hier van belang- in dat milieuclaims geen mededelingen of suggesties mogen bevatten waardoor de consument kan worden misleid over milieuaspecten van de aangeprezen producten.

Ad c.

Adverteerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van compensatie vooraf, en wel als volgt. Als een bedrijf zelf zijn vluchten boekt, wordt er op basis van de vluchtdata die het bedrijf aan adverteerder aanlevert per kwartaal of jaar, gecompenseerd. In dit geval wordt vooraf betaald en gecompenseerd, aldus adverteerder. Er wordt een inschatting gemaakt van de CO2-uitstoot en de kosten om dit te compenseren op basis van de vluchtdata van het jaar ervoor. Aan de hand van de werkelijk uitgevoerde vluchten vindt een nacalculatie plaats en wordt het verschil verrekend, overeenkomstig het principe van de energienota.

Derhalve acht de Commissie dit onderdeel van de klacht ongegrond.

Ad d.

De Commissie ziet geen aanleiding om de juistheid in twijfel te trekken van adverteerders mededeling dat de CO2-prijs op dit moment € 5,- per ton bedraagt en dat de CO2-prijs van een vlucht Londen-Parijs thans € 2,50 bedraagt, welk bedrag via adverteerder kan worden geïnvesteerd in een klimaatcompensatieproject. Derhalve acht de Commissie klagers bezwaar tegen de mededeling “U vliegt al klimaatneutraal binnen Europa voor de prijs van een kop koffie” ongegrond.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

Op grond van het oordeel onder Ad a respectievelijk Ad b acht de Commissie de advertentie in strijd met artikel 7 NRC en de uiting op de website in strijd met de artikelen 7 NRC en 2 MRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

RB 2200

Geen aangetoonde milieuvriendelijke tas

RCC 24 juli 2014, RB 2200, dossiernr. 2014/00325 (Plastic draagtas)
Aanbeveling. Milieu Reclame Code. Misleiding. Het betreft een plastic draagtas. Daarop is aan beide zijden in grote letters gedrukt: “Vaillant” met daarvoor een logo. Onderaan de uiting staat, kleiner gedrukt: “Diese Tragetasche ist aus Polyäthylen hergestellt und verbrennt ohne giftige Gase, - ist grundwasserneutral und recyclingfähig. Tragetasche mehrfach verwenden”. In de vouw, onderaan de bodem van de tas staat een afbeelding van een boom met daaronder de tekst: “Diese Tragetasche ist umweltverträglich! Polyäthylen ist recyclingfähig! Bei der Herstellung und Entsorgung entstehen keine Schadstoffe!”. De klacht: 1. Als polyetheen (Nederlands voor Polyäthylen) wordt verbrand, komt kooldioxide vrij. Als de concentratie kooldioxide in de lucht boven 10% komt, kan een persoon bewusteloos raken en kan er sprake zijn van een dodelijke afloop. De mededeling “ohne giftige Gase” is om die reden onjuist. 2. Een zo brede term als “milieuvriendelijk” (als vertaling van umweltverträglich) kan niet in stand blijven. Voor de fabricage is energie nodig geweest; polyetheen is een aardolieproduct waarvoor aardolie is gewonnen, met alle milieubelasting van dien. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC.

Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de verschillende bezwaren, nader toegelicht bij repliek, overweegt de Commissie het volgende.

Ad 1.
Adverteerder heeft bij verweer meegedeeld dat bij de verbranding van polyetheen kooldioxide en water vrijkomen. Vervolgens heeft adverteerder bij dupliek niet weersproken dat de uitstoot van kooldioxide bijdraagt aan het broeikaseffect, althans in enige mate. Adverteerders stelling dat indien alle plastic tassen in kwestie werden verbrand, de uitstoot van kooldioxide als gevolg daarvan binnen de doelstellingen van het Kyoto-protocol zou vallen, doet niet af aan vorenbedoelde bijdrage aan het broeikaseffect.

Nu bij de verbranding van polyetheen kooldioxide vrijkomt, die bijdraagt aan het broeikaseffect en in zoverre als schadelijk kan worden aangemerkt, acht de Commissie de milieuclaim “verbrennt ohne giftige Gase” reeds om die reden te absoluut en daardoor onjuist. Gelet hierop is de uiting in strijd met de artikelen 2 en 3 van de Milieu Reclame Code (MRC).

Ad 2.
Ook de claim “Diese Tragetasche ist umweltverträglich!” is een absolute milieuclaim. De claim houdt in dat de draagtas vriendelijk is voor het milieu en de gemiddelde consument zal deze claim zo begrijpen dat de draagtas het milieu geen schade toe brengt. Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder de juistheid van deze claim niet aangetoond. Adverteerder heeft niet weersproken dat zowel voor de fabricage als voor het recyclen van de tas fossiele energie nodig is en dat deze energie het milieu belast, hetgeen iets anders is dan vriendelijk zijn voor het milieu.

Nu de juistheid van de claim “Diese Tragetasche ist umweltverträglich” niet is aangetoond, is de uiting ook op dit punt in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC.
RB 2124

Milieuclaims over schone bussen in Utrecht

RCC 22 april 2014, dossiernr. 2014/00014 (Schone bussen in Utrecht)
Milieuclaims. Openbaar vervoer. Gedeeltelijke aanbeveling. Ingevolge artikel 3 van de Milieu Reclame Code (MRC) dient een milieuclaim aantoonbaar juist te zijn. Bij adverteerder zijn meetrapporten van de emissies van de bussen opgevraagd, maar deze waren niet voorhanden.

Commissie: 1. De Commissie stelt voorop dat de claims “Schone bus: 50% minder fijnstof” en “Schone bus: 80% minder stikstof” milieuclaims zijn in de zin van artikel 1 van de Milieu Reclame Code (MRC) aangezien daarin expliciet wordt gerefereerd aan milieuaspecten van de in Utrecht rijdende OV-bussen waarop deze claims zijn aangebracht. Ingevolge artikel 2 MRC mogen milieuclaims geen mededelingen bevatten waardoor de consument misleid kan worden over aan de bussen verbonden milieuaspecten en ingevolge artikel 3 MRC dient de adverteerder de juistheid van de gebezigde claims aan te tonen.

2. De gebezigde milieuclaims zijn aangebracht op een aantal van de nieuwe sinds 8 december 2013 in Utrecht rijdende bussen van het type Mercedes Citaro Euro 6 en deze bussen zijn, naar adverteerder stelt, voorzien van een certificaat dat de voertuigen voldoen aan de Euro 6-norm. Voorts heeft de leverancier Daimler/EvoBus Nederland eigen testresultaten ter beschikking gesteld van de motoren van het type OM936h 220 kW, waaruit blijkt dat de NOx-uitstoot ruim binnen de 400 of 460 mg-limiet blijft en de PM- of fijnstofuitstoot ruim beneden de grens van 10 mg/kWh blijft. Klager stelt dat de overgelegde meetgegevens van de motoren er niet als deugdelijk bewijsmateriaal uitzien, maar de Commissie acht het voldoende aannemelijk dat deze gegevens afkomstig zijn van de leverancier van de motoren, waaronder de motor van het type OM 936h 220kW, waarmee de bewuste Euro 6-norm bussen zijn uitgerust. Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder aannemelijk gemaakt dat de nieuwe Euro 6-norm bussen voldoen aan de typegoedkeuringstest en dat de emissie van NOx en fijnstof blijft binnen de hiervoor vermelde grenswaarden. De Commissie wil voorts aannemen dat volgens de meetresultaten uitgevoerd op een testbank de nieuwe Euro 6-norm bussen vergeleken met de oude Euro 5-norm bussen een uitstoot van “50% minder fijnstof” en “80% minder stikstof” tot gevolg hebben.

3. Wat partijen echter verdeeld houdt is het feit dat adverteerder op de bussen het resultaat heeft vermeld, gemeten in een laboratorium op een testbank, terwijl - naar klager niet dan wel onvoldoende weersproken heeft gesteld - de uitstoot die de bussen in de praktijk tot gevolg hebben, (aanzienlijk) minder gunstig is dan de vermelding op de bussen doet vermoeden. Op zichzelf acht de Commissie het toelaatbaar dat adverteerder zich bij de vermelding van uitstootgegevens in de uitingen heeft gebaseerd op resultaten gemeten op een testbank, aangezien deze tot stand zijn gekomen op basis van binnen Europa gestandaardiseerde metingen. Nu deze resultaten echter - naar algemeen bekend verondersteld mag worden - een positiever beeld geven van de uitstoot dan waarvan in de praktijk sprake is, dient bij de vermelding op de bussen een verwijzing te zijn opgenomen naar een website of anderszins, waar men een toelichting kan vinden op de gewraakte mededelingen. Nu een dergelijke verwijzing ontbreekt, acht de Commissie de mededelingen “50% minder fijnstof” en “80% minder stikstof” onvolledig en daardoor te absoluut en in strijd met artikel 2 MRC.

4. Voorts maakte klager bezwaar tegen het gebruik van het woord “stikstof” aangezien het in werkelijkheid gaat om de uitstoot van stikstofoxiden. Ten aanzien hiervan overweegt de Commissie dat de gemiddelde consument deze mededeling, gezien het kader waarin deze wordt gedaan, zal opvatten in de door adverteerder bedoelde zin, namelijk als stikstofoxiden. Om die reden wijst de Commissie dit onderdeel van de klacht af.

De beslissing
Op grond van het hierboven onder 3 overwogene acht de Commissie de reclame-uitingen in zoverre in strijd met artikel 2 MRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2078

Informatie op website van ECOstyle over Ultime Professioneel misleidend in de zin van Verordening gewasmiddelenbescherming

CVB 12 maart 2014, dossiernummer 2013/00803 (ECOstyle)
Gedeeltelijke aanbeveling. Misleidende milieuclaims. De afzonderlijke mededelingen in de uitingen die appellant ook in beroep bestrijdt respectievelijk het ontbreken daarvan, kunnen als volgt worden weergegeven: A. Ecologisch verantwoord. B. Biologisch afbreekbaar. C. Geen schadelijke residuen. D. Geen beperkingen voor gebruik rondom rioolputten of langs open water. E. Geen certificering nodig. G. De naam “Ecostyle” op het product. Appellant stelt dat de uitingen een misleidende indruk wekken ten aanzien van de mogelijke gevaren van Ultima Professioneel, hetgeen in strijd is met artikel 66 lid 2 van Verordening 1107/2009.

De beslissing van het College van Beroep
Op grond van het hierboven overwogene acht het College de informatie op de website van ECOstyle over Ultima Professioneel in strijd met artikel 2 NRC wegens het daarin ontbreken van mededelingen als voorgeschreven door artikel 66 lid 1 en lid 6 Verordening 1107/2009. Voorts acht het College de informatie op de website in strijd met artikel 2 NRC, nu sprake is van misleiding in de zin van artikel 66 lid 2 Verordening 1107/2009 voor zover het betreft de mededeling “geen beperkingen rondom rioolputten of langs open water”.

Ten aanzien van het voorgaande vernietigt het College de beslissing van de Commissie.

Voor het overige bevestigt het College de bestreden beslissing.