RB
RB 3828
7 maart 2024
Uitspraak

Reactie op LinkedIn is ongeoorloofde vergelijkende reclame

 
RB 3826
5 maart 2024
Uitspraak

Melkan moet zinsnede "plantaardige producten" aanpassen

 
RB 3825
22 februari 2024
Uitspraak

Beroep gegrond: Onherroepelijke bestuurlijke boete en overschrijding redelijke termijn

 
RB 3809

Uitspraak ingezonden door Jordi Bierens en Hèlen Haaijer, Pels Rijcken.

Hof bekrachtigt vonnis in zaak tussen Prijsvrij, D-reizen en de Consumentenbond

Nederland 3 okt 2023, RB 3809; ECLI:NL:GHDHA:2023:2082 (Prijsvrij, D-reizen tegen de Consumentenbond), https://www.reclameboek.nl/artikelen/hof-bekrachtigt-vonnis-in-zaak-tussen-prijsvrij-d-reizen-en-de-consumentenbond

Hof Den Haag 3 oktober 2023, IEF 21761, RB 3809; ECLI:NL:GHDHA:2023:2082 (Prijsvrij, D-reizen tegen de Consumentenbond) In dit kort geding vorderen Prijsvrij en D-reizen (hierna: Prijsvrij c.s.) rectificatie van twee publicaties van de Consumentenbond en inzage in onderzoeksgegevens. De Consumentenbond heeft een onderzoek uitgevoerd naar aanbiedingen in de reisbranche. Uit het onderzoek bleek dat het grootste deel van de onderzochte aanbiedingen niet beschikbaar was voor de prijs zoals geadverteerd door de reisorganisaties. Prijsvrij c.s. behoren tot de onderzochte bedrijven. Zij vorderden in een eerder kort geding al rectificatie van de gepubliceerde artikelen en inzage van de onderzoeksgegevens waarop de publicatie gebaserd was. Deze vorderingen werden door de voorzieningenrechter afgewezen [zie IEF 21449]. Hiertegen komen Prijsvrij c.s. in beroep. 

RB 3807

Uitspraak ingezonden door Rik Nierop en Sietske de Boer, De Roos Advocaten

Reclames Shell in strijd met de Code voor Duurzaamheidsreclame (CDR)

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 9 okt 2023, RB 3807; 2023/00091 (Klager tegen Shell), https://www.reclameboek.nl/artikelen/reclames-shell-in-strijd-met-de-code-voor-duurzaamheidsreclame-cdr

RCC 9 oktober 2023, IEF 21749, RB 3807; 2023/00091 (Klager tegen Shell) Al eerder behandelden de Reclame Code Commissie (RCC) en het College van Beroep klachten die gericht waren op Shell’s uitingen in het kader van CO2-Compensatie. In dossiers 2021/00190 en 2022/00100 ging het om Shell’s brandstofproduct en werden de uitingen misleidend geacht. Dat het voor Shell niet volstaat om zich simpelweg te beroepen op de aankoop van carbon credits wanneer zij een absolute compensatieclaim doet, is duidelijk. De onderhavige klachtprocedure betreft de nagenoeg wederom een dergelijke milieuclaim, maar ditmaal ten aanzien van Shell’s gasproduct. Via Shell Energy B.V. leverde Shell gas aan de consument in Nederland, inmiddels is deze tak geheel gestaakt. Shell adverteerde hierbij over de mogelijkheid om “je CO2-uitstoot” te compenseren en heeft het in tal van bewoordingen, zonder nuancering, over haar “CO2-gecompenseerd gas”.

RB 3806

Uitspraak ingezonden door Rik Nierop, Sietske de Boer en Roan de Jong, De Roos Advocaten

Reclame van milieudefensie creëert geen gevoelens van angst

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 26 jul 2023, RB 3806; 2023/00189 (Klager tegen Milieudefensie), https://www.reclameboek.nl/artikelen/reclame-van-milieudefensie-creeert-geen-gevoelens-van-angst

RCC 26 juli 2023, IEF 21748, RB 3806; 2023/00189 (Klager tegen Milieudefensie) Milieudefensie heeft een reclame gemaakt als onderdeel van de campagne ";de Laatste Aanmoediging". Er zijn drie versies van de tv-reclame, waarin steeds een oproep wordt gedaan aan de CEO van een groot vervuilend bedrijf om de klimaatplannen van het bedrijf te verbeteren. Klager maakt bezwaar tegen de versie van de reclame waarin die oproep door een kind wordt gedaan. In het bijzonder valt de klager erover dat het kind in de reclame zegt: “Ze zeggen dat de zee stijgt, maar ik heb mijn zwemdiploma nog niet eens.” Volgens klager roept dat onterechte gevoelens van angst bij de (jonge) kijker op. Mede hierom dient de reclame op een later tijdstip uitgezonden te worden, zodat kinderen de reclame niet te zien krijgen.

RB 3803

in Europa weinig bekend over betalingen aan artsen door medische-hulpmiddelenindustrie

Een literatuuronderzoek van Nivel wijst uit dat er in Europa weinig bekend is over betalingen aan artsen door de medische-hulpmiddelenindustrie. Hoewel er regelmatig berichten verschijnen over financiële relaties tussen zorgprofessionals en de industrie, ontbreekt een breed en wetenschappelijk inzicht in deze relaties in Nederland en Europa. In tegenstelling tot de geneesmiddelensector is er nog weinig bekend over de financiële relaties tussen artsen en de medische-hulpmiddelensector. Uit Amerikaanse onderzoeken blijkt dat fabrikanten van medische hulpmiddelen aanzienlijke bedragen betalen aan individuele artsen, zelfs meer dan de farmaceutische industrie. Deze betalingen variëren in vorm, zoals royalty's, licenties en investeringsbelangen. Er is echter grote ongelijkheid in de verdeling van deze betalingen tussen verschillende specialismen en zelfs binnen specialismen. Het blijkt ook dat zowel het gebruik als de keuze voor een bepaald hulpmiddel geassocieerd zijn met de financiële relatie tussen industrie en arts, maar het effect op de kwaliteit van zorg is nog niet vastgesteld. Zowel artsen als de industrie erkennen het belang van hun band, maar er zijn risico's op oneigenlijke beïnvloeding. De naleving van gedragscodes berust hoofdzakelijk op zelfregulering, wat vrijblijvendheid kan bevorderen. Het ontbreken van correcte registers voor financiële relaties in de medische-hulpmiddelensector in Nederland en Europa benadrukt de behoefte aan meer transparantie en regulering om risicovolle situaties te voorkomen.

 

RB 3792

Najaarsagenda 2023

Last but not least: met nog drie maanden te gaan in 2023 staan we bij deLex klaar voor de najaarscongressen, jurisprudentielunches in de laatste drie maanden van het jaar.

RB 3802

Nationaal Mediarechtcongres 2023 | donderdag 23 november

Nationaal Mediarechtcongres 2023 – De Nederlandse media en de Europese reguleringsgolf

Binnenkort, op donderdag 23 november is het tijd voor een nieuwe editie van het Nationaal Mediarechtcongres. Ook in 2023 staat er een gevarieerd programma over actuele ontwikkelingen in rechtspraak, regelgeving en mediatoezicht.

RB 3801

Nationaal Reclamerechtcongres 2023 | donderdag 14 december

Heeft u het al in de agenda staan? Het Nationaal Reclamerechtcongres op donderdag 14 december, in Hotel Jakarta te Amsterdam. Met onder meer het jaarlijkse overzicht van hot topics en de jaarlijkse updates van de ACM en RCC, onder de inspirerende begeleiding van dagvoorzitters Ebba Hoogenraad (Hoogenraad & Haak) en Willem Leppink (Ploum).

We zijn er klaar voor. Bent u er ook (weer) bij? Houd de website in de gaten voor meer informatie en het volledige programma. Meteen aanmelden is mogelijk, dit kan via deze link.

RB 3798

Fletcher moet tax & handling fee duidelijk vermelden in hun prijs

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 12 sep 2023, RB 3798; 2023/00409 (Klager tegen Fletcher), https://www.reclameboek.nl/artikelen/fletcher-moet-tax-handling-fee-duidelijk-vermelden-in-hun-prijs

RRC 12 september 2023, RB 3798; 2023/00409 (Klager tegen Fletcher). De klacht betreft een uiting van Fletcher waarop wordt aangeprezen dat Hotel-Restaurant Het Witte Huis in Soest te boeken is met een vanaf prijs van €37,53 per persoon. De consument mag daarom volgens klager verwachten dat de totale prijs voor een overnachting met twee personen vanaf €75,06 te boeken is. Tijdens het boeken komt er echter nog €3,- per persoon tax & handling fee bij. Deze kosten zijn niet opgenomen in de reclame-uiting. Klager stelt dat de €3,- opgenomen had moeten worden in de prijsaanbieding. Als de kosten variabel waren, had dit ook bij de prijs moeten worden vermeld. Tevens is niet duidelijk waar de tax & handling fee uit bestaan, omdat de gemeente Soest geen toeristenbelasting rekent. Fletcher geeft aan dat andere aanbieders de tax & handling fee niet of niet op deze manier op hun website benoemen. Fletcher geeft aan dat zij de prijzen aan zal passen op de kaart om duidelijkheid te scheppen voor gasten. Voor de toeristenbelasting in gemeente Soest geldt dat met de gemeente is overeengekomen een toeristenbijdrage te leveren. Dit is te vergelijken met toeristenbelasting.

De voorzitter oordeelt dat de kosten opgenomen hadden moeten worden in de aanbieding, omdat deze kosten voor het overgrote deel van de gasten gelden. Deze aanbieding is daarom in strijd met de Nederlandse Reclame Code. Ten aanzien van de toeristenbelasting geldt dat deze onder de noemer ‘tax fee’ mogen worden doorberekend aan de consument. Voor de consument maakt het niet uit of zo’n belasting bij het hotel of online moet worden voldaan. De adverteerder wordt aanbevolen om op niet meer op deze manier reclame te maken.

RB 3797

Reclame ooglijn onrechtmatig over huisartsen

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 7 sep 2023, RB 3797; 2023/00359 (Klager tegen ooglijn), https://www.reclameboek.nl/artikelen/reclame-ooglijn-onrechtmatig-over-huisartsen

RCC 7 september 2023, RB 3797; 2023/00359 (Klager tegen Oogvereniging). In een reclame van de ooglijn wordt gezegd dat het lang duurt voordat je bij de huisarts terecht kan, nog langer voordat je wordt doorverwezen naar een oogarts bij serieuze klachten. De uiting is afkomstig van een patiëntenvereniging van mensen met oogziektes. Klager is een huisarts en vindt dat de uiting niet de waarheid vertelt. Assistentes bij de huisarts worden namelijk opgeleid om te herkennen wanneer bepaalde klachten spoed hebben en verwijzen huisartsen meteen door naar de oogarts bij spoedsituaties. Door de uiting van de oogvereniging wordt de relatie tussen patiënt en huisarts verstoord en wordt een onjuiste situatie geschetst van het patiëntentraject.

RB 3791

Foto's zwembad dat zich niet op camping bevindt misleidend

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 15 aug 2023, RB 3791; 2023/00378 (Klager/Vancansoleil), https://www.reclameboek.nl/artikelen/foto-s-zwembad-dat-zich-niet-op-camping-bevindt-misleidend

RRC 12 september 2023, RB 3791; 2023/00378 (Klager/Vancansoleil). Op de geadverteerde foto’s van Camping Kronenburger See stond een zwembad en een pretpark. Daarnaast werd in de omschrijving aangegeven dat bij het zwembad gerecreëerd kon worden in het stuwmeer. Na het boeken van de camping door klager bleek dat het stuwmeer tijdelijk gesloten was en het zwembad niet van de camping zelf was. Het pretpark op de foto’s van de camping is 350km rijden van de camping, terwijl de indruk gewekt wordt dat het dichtbij is. Klager acht deze uitingen misleidend. Adverteerder geeft aan dat duidelijk op de website staat vermeld dat heet stuwmeer tijdelijk gesloten is en dat de camping niet beschikt over een eigen zwembad.

Ten aanzien van het stuwmeer oordeelt de voorzitter dat niet wordt geadverteerd met het stuwmeer als recreatiemogelijkheid en dat men kan lezen dat het stuwmeer tijdelijk gesloten is. De voorzitter vindt de klacht dus niet misleidend. Ten aanzien van het zwembad oordeelt de voorzitter echter dat wel sprake is van misleiding, doordat vier van de dertien foto’s van de camping het zwembad betreffen. Het aantal foto’s is uit balans vergeleken met de omschrijving dat het zwembad zich niet bevindt op de camping. Hierdoor wordt op dubbelzinnige wijze essentiële informatie verstrekt die de consument nodig heeft om een goed geïnformeerd besluit te nemen. Tevens wekt de foto van het pretpark de indruk dat de camping nabij het pretpark zal zijn gelegen. Ook hierdoor kan de gemiddelde consument ertoe worden gebracht een transactie te sluiten die hij anders niet zou nemen. De voorzitter beveelt adverteerder niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.