RB
RB 3832
9 april 2024
Uitspraak

Reclame over "duurzame" cruisereis is misleidend

 
RB 3830
28 maart 2024
Uitspraak

Google aansprakelijk voor nepadvertenties rond Jort Kelder

 
RB 3831
28 maart 2024
Uitspraak

Verzoek Amazon om openbaarmakingsplicht van advertentieopslag op te schorten afgewezen

 
RB 2222

25% korting geldt niet voor Baseline producten

Vz. RCC 11 augustus 2014, RB 2222, dossiernr. 2014/00515 (Praxis)
Voorzitterstoewijzing. Misleidende reclame. Ontbrekende informatie. Het betreft de commercial van Praxis met betrekking tot de vroege-vogel-actie, bij welke actie volgens de commercial "25 korting op alles" wordt verleend. De klacht: in de winkel blijkt dat de korting van 25% niet geldt voor Baseline producten. In de commercial worden echter geen uitzonderingen genoemd. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de voorzitter
Als onweersproken is komen vast te staan dat Baseline producten uitgesloten zijn van de vroege-vogel-actie, bij welke actie volgens de commercial “25% korting op alles” wordt verleend. Deze beperking van het actieaanbod betreft essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen en die daarom in de reclame-uiting opgenomen dient te zijn. Nu deze informatie in de commercial ontbreekt, is sprake van een omissie van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2221

Geen 100% gratis condooms

RCC 13 augustus 2014, RB 2221, dossiernr. 2014/00505 en 2014/00505A (www.gratis-condooms.nl)
Aanbeveling. Oneerlijke reclame. Het betreft de uiting op adverteerders website www.gratis-condooms.nl en een uiting op adverteerders Facebook-pagina met als koptekst: “Gratis 10 Durex Natural Condooms thuisgestuurd!” [met op de Facebook-advertentie: Je betaalt alleen de verzend- en administratiekosten”] Naast de afbeelding van een verpakking Durex condooms staat in een soort logo: “Ontvang 100% gratis 10 gratis Durex condooms”. In de uiting is een aanvraagformulier opgenomen waarin onder meer staat: “Ja, stuur mij 10 gratis* condooms!” De asterisk verwijst naar de volgende tekst onderin het aanvraagformulier: “* Ik betaal slechts € 1,95 verzendkosten”. Klager acht het misleidend dat geadverteerd wordt met gratis condooms. Uit de voorwaarden blijkt dat sprake is van een abonnement, waarbij maandelijks tegen betaling van € 12,50 condooms worden toegestuurd. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

In de bestreden uiting en in de advertentie op Facebook worden 10 gratis Durex condooms aangeboden, tegen betaling van “alleen de verzend- en administratiekosten”.

Krachtens punt 19 van Bijlage 1 bij de Nederlandse Reclame Code (NRC) mag een product in reclame alleen als “gratis” worden omschreven als de consument niet iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel dit te laten bezorgen.

Naar het oordeel van de Commissie voldoet de onderhavige reclame-uiting niet aan voornoemde bepaling.

Gebleken is dat de besteller van het proefpakket na het verstrijken van de proefperiode van 14 dagen automatisch elke maand een vervolgzending van 10 condooms ontvangt, waarvoor door middel van automatische incasso (tot wederopzegging) € 12,95 per maand wordt afgeschreven. In de voor de aanbieding geldende Algemene Voorwaarden is bepaald dat het proefpakket met daarin 10 Durex condooms alleen gratis is indien de consument ook minimaal 1 vervolgzending van 10 condooms ten bedrage van € 12,95 wil ontvangen. Wil men geen vervolgzending ontvangen, dan moet € 12,95 voor het proefpakket worden betaald of moet het proefpakket (met daarin nog minimaal 8 ongeopende condooms) binnen 14 dagen worden geretourneerd. Aldus is het niet mogelijk het proefpakket van 10 Durex condooms daadwerkelijk gratis (tegen enkel betaling van de onvermijdelijke bezorgkosten) thuis gestuurd te krijgen.

Het voorgaande leidt ertoe dat sprake is van onder alle omstandigheden misleidende reclame als bedoeld in de aanhef en onder punt 19 van Bijlage 1 bij de NRC. Daardoor is de uiting oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De Commissie is voorts van oordeel dat het feit dat men na ontvangst van het proefpakket automatisch vervolgzendingen van 10 condooms krijgt toegestuurd waarvoor door middel van automatische incasso geld van de rekening wordt afgeschreven, essentiële informatie betreft die een consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over de transactie - de aanvraag van het proefpakket - te kunnen nemen. Deze informatie dient daarom in de uiting opgenomen te zijn. Nu dat niet het geval is, is sprake van het ontbreken van essentiële informatie als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

en

Voorts is van belang dat de onderhavige uiting een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand betreft, waarvoor de in artikel 8.4 NRC (onder f t/m s) genoemde informatieverplichtingen gelden. In genoemd artikel is onder i onder meer bepaald dat de uiting de totale prijs van de zaak dient te bevatten inclusief, in geval van een overeenkomst die een abonnement inhoudt waarvoor een vast tarief van toepassing is, de totale maandelijkse kosten. Zoals hiervoor is overwogen, krijgt men na ontvangst van het proefpakket automatisch vervolgzendingen van 10 condooms toegestuurd waarvoor door middel van automatische incasso geld van de rekening wordt afgeschreven. Dat in feite sprake is van een abonnement waarvan de maandelijkse kosten € 12,95 bedragen, is naar het oordeel van de Commissie essentiële informatie die in de uiting opgenomen dient te zijn. Nu dat niet het geval is, is niet voldaan aan de onder i van artikel 8.4 NRC opgenomen verplichting.
Ook op grond van hiervan is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2220

Uitdelen Jumbo waardebon op basisschool niet toegestaan

RCC 3 juli 2014, RB 2220, dossiernr. 2014/00359-I (Jumbo)
Kinder- en Jeugdreclamecode. Morele schade. Aanbeveling. Het betreft een waardebon van Jumbo Roden, uitgedeeld tijdens de Koningsspelen op de basisschool (de kleuterklas) van klagers zoon, door de juf. In de uiting staat onder het kopje: “Een bijzondere dag verdient iets bijzonder lekkers!” onder meer: “Kom op vrijdag 25 april of zaterdag 26 april naar Jumbo Roden en ontvang gratis 4 oranje tompoucen bij besteding van € 15,- aan boodschappen. Daarnaast hebben we op zaterdag 26 april een ijscokar geregeld! Tegen inlevering van deze waardebon ontvang je een lekker oranje schepijsje gratis”. Klager acht de uiting in strijd met artikel 2 lid 1 aanhef en onder b en c van de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC). De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 2 lid 1 onder c KJC.

Het oordeel van de Commissie

De Commissie stelt voorop dat de onderhavige waardebon kennelijk geheel of gedeeltelijk is gericht tot kinderen en dat derhalve de KJC van toepassing is. De Commissie overweegt daartoe dat de waardebon in het kader van de verspreiding van ontbijtpakketten op scholen is aangeboden aan leerkrachten, kennelijk met de bedoeling om de bon aan de leerlingen/kinderen te verstrekken.

Met betrekking tot de verschillende in de klacht genoemde onderdelen van artikel 2 lid 1 aanhef en onder b en c KJC overweegt de Commissie het volgende.

Dat in de mede tot kinderen gerichte waardebon de aandacht wordt gevestigd op “allerlei oranje lekkernijen” bij Jumbo, waaronder “gratis (..) oranje tompoucen” en op een “oranje schepijsje” tegen inlevering van de bon, betekent nog niet dat de bon kinderen fysieke schade berokkent als bedoeld in artikel 2 lid 1 aanhef KJC.

Artikel 2 lid 1 aanhef en onder b KJC luidt, voor zover hier van belang:

“Reclame gericht op kinderen (..) mag er niet rechtstreeks toe aanzetten hun ouders (..) te overreden tot de aankoop van producten waarvoor reclame wordt gemaakt. De uiting bevat naar het oordeel van de Commissie geen rechtstreekste aansporing van kinderen om hun ouders te bewegen tot aankoop van in de uiting aangeprezen producten.

Waar leerkrachten de bon aan kinderen verstrekken, acht de Commissie het aannemelijk dat eerder acht zal worden geslagen op die bon, allereerst door de kinderen zelf, dan wanneer deze zou worden aangeboden door een willekeurige derde. In zoverre is de Commissie van oordeel dat de onderhavige reclame profiteert van het speciale vertrouwen dat kinderen hebben in leerkrachten als bedoeld in artikel 2 lid 1 aanhef en onder c KJC.

De Commissie acht alleen verweerder sub 2 verantwoordelijk voor deze overtreding van de KJC, nu verweerder sub 2 de uiting heeft verspreid.

Ten overvloede overweegt de Commissie het volgende.

Ingevolge artikel 12 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV) is het verboden om op scholen voor primair onderwijs reclame te maken voor een voedingsmiddel. De onderhavige bon houdt een aanprijzing in van onder meer “allerlei oranje lekkernijen in het assortiment” van Jumbo, waaronder “oranje tompoucen”. Aldus wordt reclame gemaakt voor voedingsmiddelen, en wel in strijd met het verbod van artikel 12 RVV. Van dit verbod is uitgezonderd een voorlichtende reclamecampagne als bedoeld in artikel 12 RVV, maar van een dergelijke campagne is in dit geval geen sprake.

Nu de klacht niet is gebaseerd op artikel 12 RVV en de klacht reeds gelet op het voorgaande doelt treft, zal de Commissie artikel 12 RVV niet betrekken in haar beslissing.

Op andere blogs:
Hoogenraad & Haak

RB 2218

Gezondheidsclaims en aanprijzing als geneesmiddel niet toegestaan

RCC 31 juli 2014, RB 2218, dossiernr. 2014/00273 (Body & Fitshop)
Aanbeveling. Gezondheid. Digitale marketing. Het betreft reclame voor de producten Body & Fit Glutamine, Beta-Alanine Pure en D-Aspartic Acid in een nieuwsbrief van 26 maart 2014 en op de website www.bodyenfitshop.nl. In de bestreden uitingen worden o.a. de producten Body & Fit Glutamine, Beta-Alanine Pure en D-Aspartic Acid gepresenteerd als geneesmiddel in de zin van artikel 1 lid 1 sub b van de Geneesmiddelenwet (Gmw). Nu voor deze geneesmiddelen geen handelsvergunning is verleend, handelt adverteerder in strijd met artikel 84 Gmw. De klacht betreft uitingen die diverse gezondheidsclaims bevatten over deze producten. De Commissie acht de reclame-uitingen in strijd met artikel 2 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende.

Ad 1.
Gelet op de hiervoor in klacht onder 1 a tot en met c opgenomen mededelingen worden de producten Body & Fit Glutamine, Beta-Alanine Pure en D-Aspartic Acid gepresenteerd als geneesmiddel in de zin van artikel 1 lid 1 sub b Gmw. Nu niet is gebleken dat voor deze geneesmiddelen een handelsvergunning is verleend, handelt adverteerder in strijd met artikel 84 Gmw en zijn de uitingen in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

De Commissie heeft nota genomen van het verweer dat adverteerder zich, na gesprekken met de NVWA, bezighoudt met het wijzigen van de website en de nieuwsbrief, een en ander op basis van een projectplan. Dit maakt bovenstaand oordeel echter niet anders. Eventuele wijziging neemt niet weg dat de oorspronkelijke uitingen in strijd zijn met de NRC. Overigens constateert de Commissie dat de website, blijkens de bij repliek overgelegde afdrukken daarvan, op 3 juli 2014 nog steeds de in de klacht onder 1 a tot en met c opgenomen mededelingen bevatte.

Bij repliek heeft klager de klacht met betrekking tot artikel 84 Gmw uitgebreid tot een mededeling omtrent het product “Afslank Eiwit”, namelijk de mededeling:

“Bij een tekort aan carnitine kunnen er problemen optreden bij de verbranding van vetzuren” op de site. Aangezien adverteerder in de gelegenheid is geweest om schriftelijk op de repliek te reageren, zal de Commissie zich ook uitlaten over dit nieuwe, eerst bij repliek geuite bezwaar.

Door voornoemde mededeling wordt het product Afslank Eiwit gepresenteerd als geneesmiddel in de zin van artikel 1 lid 1 sub b Gmw. Nu niet is gebleken dat voor dit geneesmiddel een handelsvergunning is verleend, handelt adverteerder in strijd met artikel 84 Gmw en is de uiting op dit punt in strijd met artikel 2 NRC.

Ad 2.
De hiervoor in de klacht onder 2 a en b opgenomen mededelingen bevatten gezondheidsclaims in de zin van artikel 2 lid 5 van de Claimsverordening. Nu niet is gebleken dat deze claims zijn opgenomen in de lijst van toegestane gezondheidsclaims, zijn deze in deze strijd met artikel 10 lid 1 Claimsverordening en zijn de uitingen in strijd met artikel 2 NRC.

De Commissie heeft nota genomen van het verweer dat adverteerder zich, na gesprekken met de NVWA, bezighoudt met het wijzigen van de website en de nieuwsbrief, een en ander op basis van een projectplan. Dit maakt bovenstaand oordeel echter niet anders. Eventuele wijziging neemt niet weg dat de oorspronkelijke uitingen in strijd zijn met de NRC. Overigens constateert de Commissie dat de website, blijkens de bij repliek overgelegde afdrukken daarvan, op 3 juli 2014 nog steeds de in de klacht onder 2 a opgenomen mededelingen bevatte.

De Commissie stelt vast dat de in de klacht onder b opgenomen mededeling: “spieropbouw en libido” niet meer in de uiting voorkomt. Van deze wijziging heeft de Commissie nota genomen. Dit neemt echter niet weg dat de oorspronkelijke uiting in strijd is met artikel 2 NRC.

Bij repliek heeft klager de klacht met betrekking tot gezondheidsclaims uitgebreid tot de volgende mededelingen omtrent de producten D-Aspartic Acid en Afslank Eiwit op de site:

D-Aspartic Acid:
“100% werkzaam” en onder het kopje “De werking van D-Aspartic Acid”:

“Cholesterol kan echter pas in de mitochondria worden opgenomen na de koppeling aan een stofje genaamd steroidogenic acture regulatory protein (StAR). Dit stofje StAR is de beperkende factor voor de productie van testosteron”.

en

Afslank Eiwit:
“geeft een vol gevoel”, “onderdrukt het hongergevoel doordat het je bloedsuikerspiegel op peil houdt”, “L-Carnitine speelt een belangrijke rol in het energiemetabolisme omdat het nodig is voor het transport van vetzuren”, “Whey eiwit vermindert je hongergevoel. Whey eiwitten geven je snel een voldaan gevoel en bouwstoffen worden snel benut”.

Aangezien adverteerder in de gelegenheid is geweest om schriftelijk op de repliek te reageren, zal de Commissie zich ook uitlaten over deze nieuwe, eerst bij repliek bestreden mededelingen.


Deze mededelingen bevatten gezondheidsclaims in de zin van artikel 2 lid 5 van de Claimsverordening. Nu niet is gebleken dat deze claims zijn opgenomen in de lijst van toegestane gezondheidsclaims, zijn deze in strijd met artikel 10 lid 1 Claimsverordening en is de site op dit punt in strijd met artikel 2 NRC.

Ad 3.
Nu de uitingen reeds op grond van overtreding van de wet in strijd zijn met de Nederlandse Reclame Code (NRC), komt de Commissie niet toe aan het beoordelen van de vraag of de uitingen misleidend zijn.
RB 2216

Slagingskans theorie examen misleidend

Vz. RCC 6 augustus, RB 2216, dossiernr.2014/00485 (altijdgeslaagd.nl)
Voorzitterstoewijzing. Misleidende reclame. Op de website altijdgeslaagd.nl staan mededelingen waaruit kan worden afgeleid dat men bij adverteerder altijd slaagt voor het theoretische gedeelte van het rijexamen (theorie examen). Dit volgt uit de naam van adverteerder en de teksten op de website. De klacht: adverteerder garandeert dat elke klant binnen een dag zijn theorie examen haalt. Toen de vriend van klaagster zich bij adverteerder had aangemeld, kwam hij in een zaal te zitten waarvan de helft voor de tweede keer examen kwam doen. Van het groepje waarvan deze vriend deel uitmaakte, bleken er 5 geslaagd en 10 gezakt te zijn. Dat is een slagingspercentage van 33%. Dit komt niet overeen met de door adverteerder beloofde 100%. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

2) De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende. Op de website staan mededelingen waaruit niet anders kan worden afgeleid dan dat men bij adverteerder altijd slaagt voor het theoretische gedeelte van het rijexamen (theorie examen). Dit volgt uit de naam van adverteerder en de volgende teksten op de website:

• “Altijdgeslaagd binnen 1 dag je theorie. Waarom iedereen bij ons slaagt? Omdat wij gewoon alle antwoorden hebben!”

• “Voor € 180,- geven wij je een dag lang begeleiding, mag je je CBR theorie examen doen en ga je uiteindelijk geslaagd naar huis. 100% gegarandeerd en met het CBR examen inbegrepen!”

• “Na het volgen van onze cursus heb jij een slagingskans van 100%”

• “Wij hebben alle antwoorden en vragen van het examen, slagen is dus 100% Gegarandeerd!”

• “Wil je in 1 Dag 100% slagen voor je theorie? Meld je aan op.”

3) Uit de klacht en ook uit het verweer van adverteerder blijkt dat niet iedereen bij adverteerder zonder meer slaagt voor het theorie examen. Hieruit volgt dat de hiervoor geciteerde mededelingen onjuist zijn. Immers, anders dan uit die mededelingen volgt, bestaat de kans dat men zakt voor dit examen. Welk percentage bij adverteerder zakt, doet verder niet ter zake. Reeds het feit dat niet iedereen slaagt, brengt immers mee dat bedoelde mededelingen onjuist zijn nu deze uitsluiten dat men bij adverteerder kan zakken. Aldus heeft adverteerder geen juiste informatie verschaft over de resultaten die men van zijn opleiding kan verwachten, een van de belangrijkste kenmerken als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2215

Alleen korting op sieraden met kortingssticker

Vz. RCC 6 augustus 2014, RB 2215, dossiernr. 2014/00520 (Eve sieraden)
Voorzitterstoewijzing. Oneerlijke reclame. Het betreft de vermelding “Alle Eve sieraden tot 75% korting” in de etalage van een Lucardi winkel te Amsterdam. Klaagster stelt, samengevat, dat in de winkel bleek dat de korting niet voor alle Eve sieraden gold, maar alleen voor de sieraden met een kortingssticker. Klaagster acht de uiting misleidend omdat niet op alle Eve sieraden korting werd gegeven en er geen producten met 75% korting te koop waren. De voorzitter acht de reclame-uiting deels in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

1) Klaagster maakt in de eerste plaats bezwaar tegen het feit dat in de uiting staat dat op “alle” Eve sieraden korting wordt gegeven, terwijl in werkelijkheid de korting alleen blijkt te gelden voor de Eve sieraden die zijn voorzien van een kortingssticker. Adverteerder heeft tegen dit onderdeel van de klacht geen specifiek verweer gevoerd. De voorzitter gaat daarom ervan uit dat de klacht in zoverre feitelijk juist is. Dit impliceert dat in de uiting een onvolledig beeld van de actie wordt gegeven. Immers, anders dan in de uiting staat, geldt de korting niet voor de gehele (“alle”) Eve collectie maar kennelijk alleen voor een bepaalde selectie daarvan. De consument kan dit pas constateren nadat hij de winkel is binnengegaan in de onjuiste veronderstelling dat korting wordt gegeven op alle Eve artikelen. In zoverre oordeelt de voorzitter dat sprake is van het te laat verstrekken van de essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

2) Met betrekking tot de maximaal mogelijke korting (“tot 75%”) stelt klaagster dat volgens een verkoopster in het desbetreffende filiaal geen artikel was te vinden waarop 75% korting werd gegeven. In reactie hierop heeft adverteerder een foto van de desbetreffende winkelvitrine overgelegd waarop een artikel zichtbaar is dat met 75% korting wordt verkocht. Dit artikel staat volgens adverteerder eveneens in een folder die over 2,7 miljoen huishoudens in Nederland is verspreid en in een boekje dat aan de filialen is verzonden met daarbij de tijdelijke kortingsprijs. Beide zijn door adverteerder overgelegd. Adverteerder stelt dat er meer artikelen zijn die met 75% korting verkocht worden. Aldus heeft adverteerder voldoende aannemelijk gemaakt dat zij daadwerkelijk een of meer artikelen te koop aanbiedt met 75% korting. Dat voor andere artikelen een lagere korting geldt, blijkt voldoende uit de aanduiding “tot” 75% korting. In zoverre kan de klacht niet slagen. Dat klaagster over het voorgaande mogelijk niet juist is geïnformeerd door een verkoopster van het desbetreffende filiaal, leidt niet tot een ander oordeel.
RB 2214

60 procent korting geldt slechts op uitverkoopartikelen

Vz. RCC 18 augustus 2014, RB 2214, dossiernr. 2014/00539 (jeansandfashion.com)
 Voorzitterstoewijzing. Misleidende reclame. Het betreft een per email aan klager gezonden reclame van adverteerder. In de onderwerpregel staat: ‘Nu 60% korting op alles, de zomer op zijn best, zoek op prijs’. De klacht: het onderwerp van de email luidt: ‘Nu 60% korting op alles’. Bij een bezoek aan de website bleek het slechts om uitverkoopartikelen te gaan en daarom is de uiting misleidend, aldus klager. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de voorzitter
2) De mededeling ‘60% korting op alles’ wekt de indruk dat daadwerkelijk op het totale aanbod van adverteerder 60% korting wordt verleend. Als erkend is echter vast komen te staan dat de kortingsactie alleen geldt voor items uit de zomercollectie 2014. De verdere mededelingen in de onderwerpregel ‘de zomer op zijn best | zoek op prijs’ maken naar het oordeel van de voorzitter niet duidelijk dat de kortingsactie beperkt is tot de zomercollectie. Deze beperking van de actie betreft essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen en die daarom in de uiting zelf dient te zijn opgenomen. Dat is niet het geval.

3) Gelet op het voorgaande is sprake van het op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 NRC. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2212

Personalia: Marga Verwoert counsel bij Hoogenraad & Haak

Uit het persbericht: Advocaat Marga Verwoert heeft zich per 1 augustus 2014 als counsel intellectuele eigendom aangesloten bij Hoogenraad & Haak, advertising + IP advocaten. Marga werkte al een jaar ad interim bij dit Amsterdamse nichekantoor.

Partner Maarten Haak is blij dat Marga zich blijvend aan het kantoor heeft verbonden: “Marga versterkt onze praktijk op het raakvlak van intellectuele eigendom en commerciële contracten. Zij brengt ook een schat aan ervaring mee in de sectoren digital media, luxury & fashion en entertainment, mede vanuit haar ervaring als (interim) general counsel bij grote bedrijven. De vraag naar juridisch advies over IP driven transacties neemt toe. Ook daar kan Marga veel waarde toevoegen.”

Marga Verwoert: “Hoogenraad & Haak is een kantoor dat informeel met cliënten omgaat. Bevlogenheid voor het vak en business sense zit in het DNA van dit kantoor. Dat zorgt ervoor dat wij trusted advisors zijn die niet alleen maar worden ingeschakeld voor de complexe geschillen, maar meedenken in elke fase van een proces. We delen het geloof in die werkwijze. Ik kijk ernaar uit om mijn praktijk vanuit Hoogenraad & Haak verder uit te bouwen.”

Over Marga Verwoert
Van 2000-2007 was Marga als IE-advocaat werkzaam bij Allen & Overy. Vanaf 2008 is zij verder gegaan als zelfstandig advocaat en heeft in die hoedanigheid voor opdrachtgevers gewerkt als Tommy Hilfiger, Adidas, Liberty Global, TomTom, Clifford Chance, Allen & Overy en Hoogenraad & Haak. Cliënten prijzen haar om haar begrip van de commerciële realiteit en vertrouwen op haar sterk ontwikkelde vaardigheid om ingewikkelde, gevoelige situaties juist in te schatten en vervolgens adequaat op te treden ofwel; het fingerspitzengefühl.

Marga is naast haar werkzaamheden als advocaat actief als zangeres, is bestuurslid van de Stichting Entertainment Groep (STEG) en is actief lid van diverse vakverenigingen zoals de Benelux Vereniging voor Merken- en Modellengemachtigden (BMM) en de Vereniging voor Intellectuele Eigendom (VIE).

Over Hoogenraad & Haak
Hoogenraad & Haak is een nichekantoor in Amsterdam, gespecialiseerd in intellectuele-eigendomsrecht, reclamerecht, levensmiddelenrecht en reputatiemanagement. Het kantoor adviseert gerenommeerde merkhouders, adverteerders en reclamebureaus. Chambers Europe (2014): "The team provides an ideal sparring partner when searching for solutions to challenging problems. (…) Leading advertising boutique that works on advisory and compliance mandates.”

RB 2211

Films en series streamen in plaats van illegaal downloaden

RCC 31 juli 2014, RB 2211, dossiernr. 2014/00455 (DIT is TV Box)
Gedeeltelijke aanbeveling. Misleiding. Het betreft reclame op https://ditistv.nl voor de DIT is TV Box. In de uiting staat onder meer: “Met de DIT is TV Box kijk je de allernieuwste films en series direct on demand op jouw TV” en “DIT IS TV HÉT ALTERNATIEF VOOR DOWNLOADEN!” en “Vanaf 10 april 2014 kennen we in Nederland een algemeen downloadverbod, naar aanleiding van een uitspraak van het Europese hof omtrent de thuiskopieheffing”.

Onder het kopje “Stop met downloaden, begin met streamen!” staat onder meer: “Met de box kun je niet downloaden, maar streamen. Dit is vergelijkbaar met de werking van YouTube. Er wordt dus niks op de harde schijf opgeslagen. Je hoeft daarom niet bang te zijn dat de Box wordt verboden of dat je strafbaar bezig bent; je download helemaal niks! (...)”. De klacht kan als volgt worden samengevat. Men verkoopt een toestel om illegaal films te bekijken. Dat is op zichzelf niet verboden. In de uiting doet men echter aan de consument voorkomen alsof een en ander volstrekt legaal is, dit ten onrechte. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

In de bestreden uiting wordt, onder verwijzing naar “een algemeen downloadverbod” in Nederland vanaf 10 april 2014, “streamen” met de DIT is TV Box gepresenteerd als “HÉT ALTERNATIEF VOOR DOWNLOADEN!”. In dit verband wordt gesteld:
“(…) streamen. Dit is vergelijkbaar met de werking van YouTube. Er wordt dus niks op de harde schijf opgeslagen. Je hoeft daarom niet bang te zijn dat de Box wordt verboden of dat je strafbaar bezig bent; je download helemaal niks!”. Klager heeft de juistheid van deze stellige en geruststellende mededeling gemotiveerd weersproken, onder meer door te wijzen op mogelijke gevolgen van het bekijken van illegale content. Gelet hierop lag het op de weg van adverteerder om de juistheid van voornoemde mededeling aannemelijk te maken. Dit heeft adverteerder niet gedaan. Adverteerder heeft volstaan met de mededeling dat de tekst niet misleidend is, maar dat deze, nu klager hieraan aanstoot heeft genomen, per direct zal worden verwijderd.
Op grond van het voorgaande gaat de onderhavige reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de voordelen van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Waar klager ten slotte spreekt over -samengevat- een vermelding betreffende strafbaarheid van het bekijken van “de desbetreffende films en series” overweegt de Commissie dat zij niet bevoegd is om te bepalen dat reclame van adverteerder een dergelijke vermelding dient te bevatten.

Op grond van het voorgaande gaat de onderhavige reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de voordelen van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2210

Ongewenste spam ondanks opt-out

Vz. RCC 29 juli 2014, RB 2210, dossiernr. 2014/00468 (VNU)
Voorzitterstoewijzing. Digitale marketing communicatie. Klager maakt bezwaar tegen het feit dat hij reclame per e-mail van afzender blijft ontvangen hoewel hij aan afzender kenbaar heeft gemaakt dat hij niet meer door afzender benaderd wil worden. De voorzitter is van oordeel dat afzender heeft gehandeld in strijd met artikel 1.3 sub a in verbinding met artikel 5.1 Code e-mail.

Het oordeel van de voorzitter

De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.

Als erkend is komen vast te staan dat afzender in strijd met artikel 1.3 sub a in verbinding met artikel 5.1 van de Code reclame via e-mail 2012 (Code e-mail) reclame via e-mail aan klager heeft verzonden, zodat de klacht zal worden toegewezen.

Van schending van de Code e-mail als gevolg van een structurele oorzaak of onwil aan de zijde van afzender is op grond van hetgeen afzender heeft aangevoerd evenwel geen sprake. Voorts begrijpt de voorzitter dat klager inmiddels als “opt-out” in de database van afzender staat, zodat een nieuwe fout zich niet meer zou moeten kunnen voordoen. Op grond hiervan en mede gelet op het feit dat afzender excuses heeft aangeboden, zal de hierna te vermelden aanbeveling worden gedaan uitsluitend voor zover nog nodig. Voor het opleggen van een boete is ten slotte geen plaats, reeds omdat het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van beroep hierin niet voorziet en geen andere bijzondere regeling bestaat op grond waarvan een boete zou kunnen worden opgelegd.