RB

Doelgroepen  

RB 2314

Sponsorvermelding loterij bij Pietendorp verboden i.v.m. minderjarigen

CVB RCC 3 februari 2015, RB 2314 (Zuiderzeemuseum)
Aanbeveling. Minderjarigen. RVK IV.2. Beroep verworpen. Het Zuiderzeemuseum en de Loterij stellen dat het Pietendorp  geen onderwerp van sponsoring is, maar een zelfstandige activiteit van het Zuiderzeemuseum. Dit doet echter niet terzake. Immers, dit gegeven staat niet in de weg aan het oordeel dat de Loterij blijkens de sponsorvermelding in de televisiecommercial ook deze activiteit sponsort. Terecht heeft de Commissie onder deze omstandigheden geoordeeld dat is gehandeld in strijd met het verbod onder IV.2 RVK 2013 voor zover dit artikel verbiedt “activiteiten van derden (…) te sponsoren die zich grotendeels of expliciet richten op minderjarigen”.

3. Niet in geschil is dat de Loterij het Zuiderzeemuseum sponsort. Het Zuiderzeemuseum en de Loterij stellen dat het Pietendorp echter geen onderwerp van sponsoring is, maar een zelfstandige activiteit van het Zuiderzeemuseum. Het College oordeelt hierover als volgt. In de televisiecommercial verschijnt de naam van de Loterij in beeld op een wijze die duidelijk maakt dat zij handelt als sponsor. Deze sponsoring heeft, gezien de inhoud van de televisiecommercial, mede betrekking op de activiteit die kan worden omschreven als het nationale Pietendorp. Immers door in een televisiecommercial voor specifiek deze activiteit uitdrukkelijk de naam “BankGiroLoterij” te doen vermelden, maakt de Loterij publiekelijk kenbaar dat zij hierbij als sponsor is betrokken. Dat bedoelde activiteit door het Zuiderzeemuseum zelfstandig wordt georganiseerd, doet verder niet ter zake. Immers, dit gegeven staat niet in de weg aan het oordeel dat de Loterij blijkens de sponsorvermelding in de televisiecommercial ook deze activiteit sponsort.

4. Sponsoring is een vorm van reclame (toelichting bij artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code). Door de uiting vergroot de Loterij haar naamsbekendheid als goede doelen loterij; de uiting prijst daardoor indirect haar loterij aan. Door haar naam te verbinden aan de televisiecommercial maakt de Loterij bekend dat zij de daarin expliciet genoemde activiteit van het Zuiderzeemuseum steunt en maakt zij tevens reclame voor zichzelf als kansspelaanbieder met het doel deelname aan een kansspel te bevorderen. Het College verwerpt daarom de stelling van de Loterij dat het vermelden van haar naam als sponsor niet afzonderlijk als reclame kan worden aangemerkt. De sponsorvermelding leidt er bovendien toe dat in de televisiecommercial sprake is van reclame voor kansspelen. Dit impliceert dat de televisiecommercial onder de reikwijdte van de RVK 2013 valt.

5. Niet in geschil is dat de activiteit die in de televisiecommercial wordt aangeprezen (het Pietendorp en het spel dat men daar kan spelen) in het bijzonder voor minderjarigen is bedoeld. Hieruit volgt dat de sponsoring betrekking heeft op activiteiten van derden (in casu het Zuiderzeemuseum) die grotendeels of expliciet op minderjarigen zijn gericht. Terecht heeft de Commissie onder deze omstandigheden geoordeeld dat is gehandeld in strijd met het verbod onder IV.2 RVK 2013 voor zover dit artikel verbiedt “activiteiten van derden (…) te sponsoren die zich grotendeels of expliciet richten op minderjarigen”. Dat niet tevens sprake is van sponsoring van een radio- of televisieprogramma doet verder niet ter zake. Dit is immers geen vereiste om de onderhavige activiteit in strijd met bedoeld artikel te achten. Tot slot overweegt het College dat de in artikel IV.2 RVK 2013 vermelde uitzondering op bedoeld verbod (kort gezegd: het motiveren van kinderen in het belang van een organisatie) zich blijkbaar in het onderhavige geval niet voordoet.
RB 1983

Aanvullingen Kinder & Jeugdreclamecode

De Kinder- en Jeugdreclamecode heeft een aantal aanvullingen gekregen. Nieuw is dat in de reclamecode ook bepalingen zijn opgenomen over de herkenbaarheid van reclame in social media, de virtuele wereld en (in)game advertising. Deze aanpassing was nodig omdat zowel kinderen als adverteerders steeds actiever worden in de digitale media.

 

Reclame moet ook in een digitale omgeving voor kinderen duidelijk herkenbaar zijn. In het geval van games moet de reclame zich duidelijk onderscheiden van de game. Verder mag een adverteerder kinderen niet rechtstreeks stimuleren tot het maken van reclame van hem. Zo mag de adverteerder kinderen niet vragen zijn Facebook-pagina te 'liken' in ruil voor enig voordeel. Ook mag hij kinderen in ruil voor het maken van reclame geen extra mogelijkheden binnen de virtuele wereld en/of game aanbieden. De vernieuwde Kinder- en Jeugdreclamecode is onderdeel van de Nederlandse Reclame Code.

Voor de meest geüpdatete versie van de volledige Nederlandse Reclame Code gaat u naar www.reclamecode.nl/nrc

RB 1738

De beelden kunnen door kinderen als zeer schokkend worden ervaren

RCC 19 april 2013, dossiernr. 2013/00199 (Partij voor de Dieren)
Propageren. Kinderen. Audiovisuele mediadiensten. Betreft een op 19 februari 2013 in de zendtijd voor politieke partijen uitgezonden trailer van de film 'De haas in de marathon', een documentaire over tien jaar Partij voor de Dieren. De trailer wordt direct na Sesamstraat uitgezonden, terwijl het niet geschikt is voor kinderen. Volgens klager is uitzending op dat tijdstip zeer ongepast.

Volgens de Commissie kan de uiting worden aangemerkt als een openbare aanprijzing van denkbeelden en derhalve van reclame in de zin van artikel 1 NRC. De Commissie is van oordeel dat de beelden (van ritueel slachten), gebruikt in de trailer, door kinderen als zeer schokkend (kunnen) worden ervaren en dat uitzending op tijdstippen dat kinderen televisie kijken niet wenselijk is. Het feit dat het tijdstip van uitzenden door de NPO wordt bepaald, ontslaat Partij voor de Dieren niet van de verantwoordelijkheid voor de inhoud van haar uitzending. Aldus acht de Commissie de uiting in strijd met de goede smaak en het fatsoen voor zover deze wordt uitgezonden vóór 20:00 uur.

3) Het in de trailer aan de orde gestelde onderwerp van (een verbod op) het onverdoofd slachten gaat vergezeld van beelden van schapen met een doorgesneden keel en een kennelijk in doodsangst verkerende, gefixeerde koe.  De Commissie is van oordeel – en Partij voor de Dieren heeft dat niet weersproken – dat deze beelden door kinderen als zeer schokkend (kunnen) worden ervaren en dat uitzending van dergelijke beelden op tijdstippen dat kinderen televisie kijken niet wenselijk is.
Partij voor de Dieren heeft terecht aangevoerd dat het tijdstip van uitzending in de zendtijd voor politieke partijen niet door de politieke partij zelf, maar door de NPO wordt bepaald. Dit ontslaat Partij voor de Dieren echter niet van de verantwoordelijkheid voor de inhoud van haar uitzending. Nu – naar de Commissie bekend is – het tijdstip van uitzending ruim tevoren aan de betreffende politieke partij bekend wordt gemaakt, ligt het op de weg van Partij voor de Dieren ervoor te zorgen dat een vóór 20.00 uur uitgezonden filmpje geen voor kinderen ongeschikte beelden bevat.
 
4) Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uiting voor wat betreft de onder 3 beschreven beelden in strijd met de goede smaak en het fatsoen voor zover deze wordt uitgezonden vóór 20.00 uur. De Commissie zal - onder verwijzing naar haar bevoegdheid neergelegd in artikel 17 lid 1 sub i van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep – een advies geven ten aanzien van het tijdstip van uitzenden.

RB 1737

De suggestie dat deze 'sexy' maakt

Vzr. RCC 18 april 2013, dossiernr. 2013/00223 (Intertoys) - 2013/00223A

Bijzondere Reclamecode. Kinderen en jongeren. Digitale marketing. De uiting betreft de website www.intertoys.nl waarop 'Parfum Sexy Dentelle' en 'Parfum Miss Sexy' worden aangeboden. Volgens klagers behoort een speelgoedwinkel geen product onder deze naam aan kinderen 'vanaf 10 jaar' aan te prijzen.

De voorzitter acht beide uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 3 Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC). Van de uitingen gaat de suggestie uit dat deze 'sexy' maakt en daardoor tot sociaal voordeel kan leiden.

 

 

RB 1736

Beperken van de invloed van alcoholreclame

Antwoord op vragen van de leden Kooiman, Voordewind en Van der Staaij over het onderzoek 'Do time restrictions on alcohol advertising reduce youth exposure', Aanhangsel Handelingen II, 2012-2013, nr. 2061
2. Deelt u de mening dat de groep jongeren van 12-18 jaar zoveel mogelijk gevrijwaard dient te worden van de confrontatie met alcoholreclame via tv, radio en internet?

Eén van de onderdelen van het alcoholbeleid betreft het beperken van de invloed van alcoholreclame op jonge kinderen. Daarom is een aantal jaren geleden een verbod op alcoholreclame tot 21.00 uur ingesteld op radio en televisie. Uit de ‘Evaluatie van de alcoholreclamebeperking op radio en televisie in 2009-2010’ blijkt dat in ieder geval jonge kinderen minder worden geconfronteerd met alcoholreclame. Ook worden er via de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (zelfregulering) regels gesteld aan reclames, zodat deze niet gericht zijn op jongeren en ook minder jongeren bereiken.

 

Zo mag er bijvoorbeeld geen alcoholreclame worden uitgezonden rond programma’s waar veel jongeren naar kijken. Alcoholreclames worden bovendien vooraf getoetst door de STIVA toetsingscommissie. Ik ben mij er echter van bewust dat niet alle reclame bij jongeren vandaan kan worden gehouden. De vraag is ook of dat wenselijk is, aangezien wij leven in een samenleving waarin media een prominente tol spelen. Naast het tijdslot is het daarom goed om jongeren verstandig te leren omgaan met reclameuitingen. O.a. de inzet van Mediawijzer.net bevordert de bewustwording onder jongeren van prikkels die hen bereiken via de media en de weerbaarheid daartegen.

3. Wat vindt u ervan dat in het genoemde onderzoek de conclusie bevestigd wordt dat het huidige tijdslot voor alcoholreclame contraproductief is als instrument om de blootstelling aan alcoholreclame voor hoog-risico jongeren
te doen afnemen?
6. Bent u – gezien de conclusie dat het huidige tijdslot een contraproductief effect heeft voor de hoogrisicogroep – bereid het tijdslot uit te breiden of andere effectieve instrumenten in te zetten om de blootstelling van jongeren aan alcoholreclame te doen afnemen?

Voor de volledigheid wil ik benadrukken dat uit het door u aangehaalde onderzoek en het rapport ‘Evaluatie van de alcoholreclamebeperking op radio en televisie in 2009-2010’ ook blijkt dat het tijdslot juist voor jonge kinderen wel effectief is. Ik zal, zoals eerder aangegeven tijdens het debat over het initiatiefwetsvoorstel verhoging leeftijd alcohol, binnenkort met het ministerie van OCW bespreken op welke manier jongeren tussen de 12-18 jaar verder kunnen worden beschermd tegen de invloed van alcoholreclame. Daarbij wil ik kijken naar de hierboven genoemde instrumenten, zoals zelfregulering, mediawijzer en de tijdsgrens. Ik zal u hierover informeren.

 

RB 1735

Geen Europees verbod op eetwaren in de vorm van tabaksproducten

Antwoord vragen Hilkens over de invloed van nepsigaretten op jonge kinderen, Aanhangsel Handelingen II, 2012-2013, nr. 1950.
2. Bent u op de hoogte van het feit dat een overgrote meerderheid in het Europees Parlement voor een verbod op productie, invoer en verkoop van eetwaren en speelgoed in de vorm van tabaksproducten heeft gestemd? Bent u van mening dat de Shisha-pen hier ook onder zou moeten vallen? Zo nee, waarom niet?

Ja, hiervan ben ik eveneens op de hoogte. Echter is er geen Europees verbod op productie, invoer en verkoop van eetwaren in de vorm van tabaksproducten. Wel is er een Aanbeveling van de Raad (2003/54/EG) waarin Lidstaten onder meer worden aangespoord de verkoop van snoep en speelgoed die tabaksproducten gelijken te verbieden. Deze maatregel maakt deel uit van een breder pakket aan beleidsopties om het aanbod van tabak aan kinderen te beperken en reclame voor en promotie van tabaksproducten verder aan banden te leggen. Overigens beschouw ik Shisha-pennen noch als eetwaren, noch als speelgoed. Het zijn producten die tabaksproducten gelijken qua presentatie- en gebruiksvorm. Het verschil met tabaksproducten is dat deze producten noch tabak, noch nicotine bevatten. Bovendien vindt in Shisha-pennen geen verbrandingsproces plaats, maar slechts (elektronische) verhitting. Nederland heeft invulling gegeven aan de Aanbeveling door verkoop van tabaksproducten aan jongeren in te perken, bijvoorbeeld door het invoeren van een minimumverpakking voor sigaretten. Momenteel wordt de leeftijdsgrens voor de verkoop van tabak verhoogd van 16 naar 18 jaar.

3. Bent u van mening dat zelfregulering door de branche ten aanzien van dit soort producten voldoende bescherming van jonge kinderen biedt?

5. Welke mogelijkheden heeft u om de Shisha-pen te verbieden of een leeftijdsgrens te stellen voor de verkoop van de Shisha-pen? Welke van deze maatregelen gaat u nemen?

Op dit moment zie ik geen aanleiding om de Shisha-pen te verbieden of een leeftijdsgrens voor de verkoop in te stellen. Wel zal ik het RIVM vragen een inschatting te maken van de gezondheidsrisico's van dit product. Op grond daarvan zal ik bezien of verdere maatregelen nodig zijn. Zelfregulering door de branche, zoals advisering over leeftijdsgrenzen, kan ik in de tussentijd alleen maar aanmoedigen. Overigens maken ‘niet-tabaksproducten’ ook onderdeel uit van de herziening van de huidige Europese Tabaksproductenrichtlijn. Het is de bedoeling dat nicotinehoudende producten en kruidensigaretten die worden gerookt in de toekomst ten minste worden voorzien van een gezondheidswaarschuwing.

In Brussel heb ik gesignaleerd dat een product als de Shisha-pen daar niet onder valt, omdat geen verbrandingsproces plaatsvindt.

RB 1140

CvdM Regeling liefdadigheidsacties

Regeling liefdadigheidsacties

Op 15 oktober treedt een nieuwe, door het Commissariaat voor de Media opgestelde 'Regeling liefdadigheidsacties' in werking.

De regeling geeft aan onder welke omstandigheden vermijdbare uitingen (zoals het noemen van bedrijfsnamen) in het kader van liefdadigheidsacties toelaatbaar zijn. Met deze regeling kunnen publieke media-instellingen zelf bepalen of een voorgenomen actie is toegestaan. Zij hoeven acties dus niet, zoals voorheen het geval was, voorafgaand ter beoordeling aan het Commissariaat voor te leggen. Uiteraard kan het Commissariaat wel achteraf toetsen of de regels zijn nageleefd.

RB 649

Doelgroepen - Kinderen

 

EUROPESE SPEELGOEDRICHTLIJN

EU                                         Richtlijn 2009/48/EG betreffende de veiligheid van speelgoed

EU                                         Richtsnoeren toepassing Richtlijn 2009/48/EG

ZELFREGULERING

Stichting Reclame Code   Kinder- en Jeugdreclamecode

Stichting Reclame Code   Algemene aanbeveling kindervuurwerk

 

  • 1 - 8 van 8