RB

Diensten  

RB 2385

"Beste aanbod" betekent geen laagsteprijsgarantie

RCC 7 april 2015, RB 2385, dossiernr. 2015/00132 (Cruisetravel.nl)
Misleiding. Gedeeltelijke aanbeveling. De uiting: Het betreft de aanbieding op adverteerders website www.cruisetravel.nl van een 16-daagse cruise met ms. Zuiderdam van Fort Lauderdale naar Civitavecchia (Rome) “Nu voor € 649 pp” en “Vanaf 1.669 voor € 649”. De klacht: In de eerste twee stappen van het boekingsproces van bovengenoemde 16-daagse cruise (“hutindeling” en “reisgezelschap”) wordt telkens de actieprijs van € 649,- p.p. getoond. Bij stap 3 (“overzicht en betalen”) blijkt deze actieprijs opeens verhoogd te zijn met € 50,- tot € 699,- p.p. Gelet hierop acht klager de aanbieding van de cruise voor € 649,- misleidend. Bovendien is de prijs van € 699,- niet in overeenstemming met de door Cruise Travel geboden ‘laagsteprijsgarantie’. Deze garantie blijkt uit de mededeling van adverteerder op haar website dat zij “het beste aanbod” kan doen omdat zij in nauw contact staat met de rederijen zelf. Klager heeft van de betreffende rederij (Holland America Line) vernomen dat zij dezelfde cruise aanbiedt voor € 649,-.

Het oordeel:

1) De bestreden uiting met boekingsmodule is een uitnodiging tot aankoop gericht op de Nederlandse markt betreffende reisdiensten en is aldus aan te merken als een uiting waarop

- naast de andere bepalingen van de Nederlandse Reclame Code (NRC) - de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) van toepassing is. Ingevolge het bepaalde in artikel IV lid 1 RR zijn aan-bieders van reisdiensten in hun uitnodigingen tot aankoop op dezelfde wijze als in reclame-uitingen conform artikel III lid 1 RR gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen.

2) Daarvan is naar het oordeel van de Commissie in het onderhavige geval geen sprake. Adverteerder heeft immers erkend, zo begrijpt de Commissie, dat de voor de cruise geadverteerde prijs van € 649,- p.p. op het moment van boeken door klager niet de juiste prijs was en vervangen had moeten zijn door de kennelijk inmiddels geldende – en aan klager berekende – prijs van € 699,-. De omstandigheid dat een geadverteerde prijs als gevolg van een technische storing niet overeenkomt met de actuele prijs, wat volgens adverteerder mogelijk is en bij de boeking van klager het geval was, dient voor rekening van adverteerder te komen en neemt niet weg dat in de uiting geen correcte prijs is gehanteerd.

Gelet op het voorgaande is de uiting in strijd met het bepaalde in artikel IV lid 1 RR.

3) Klager heeft voorts aangevoerd dat de in rekening gebrachte prijs van € 699,- niet overeenstemt met de door Cruise Travel gehanteerde ‘laagsteprijsgarantie’, nu dezelfde cruise door de rederij werd aangeboden voor € 649,-. Deze klacht treft naar het oordeel van de Commissie geen doel. De zinsnede “beste aanbod”, die door klager wordt uitgelegd als ‘laagsteprijsgarantie’, staat op de website in de volgende context:

“De belangrijkste reden om bij Cruise Travel te boeken Grootste (on-line) aanbod van de mooiste cruises Wij zijn agent voor vele gerenommeerde cruisemaatschappijen. Dat betekent voor u dat we in nauw contact staan met de rederijen zelf en u het beste aanbod kunnen doen. Er is altijd een schip dat bij u past. U kunt bij ons kiezen uit 26 rederijen en meer dan 200 schepen van 3 tot 6 sterren.”

Gelet op deze context kan niet worden gezegd dat Cruise Travel met “beste aanbod” bedoelt een laagsteprijsgarantie te hanteren. Dit onderdeel van de klacht wordt daarom afgewezen.
RB 2265

Vertrekgarantie Kras is oneerlijk

 RCC 28 oktober 2014, RB 2265 (Kras)
Aanbeveling. Artikel 7 NRC. Oneerlijke reclame. De uiting: Het betreft het aanbieden door adverteerder van reizen met “100% vertrekgarantie” of “gegarandeerd vertrek” in advertenties, in adverteerders brochure en op de website www.kras.nl. De klacht: De door klaagster voor 9 september 2014 geboekte Rondreis Canada & Rocky Mountains met vertrekgarantie is niettemin geannuleerd wegens onvoldoende deelnemers. Klaagster is van mening dat adverteerder geen klanten mag lokken door reizen met een ‘ge-garandeerd vertrek’ aan te bieden en zich vervolgens niet aan de beloofde vertrekgarantie te houden. De beslissing: De Commissie acht de als uiting (c) aangeduide reclame-uiting op de website in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

De Commissie begrijpt de klacht aldus dat klaagster bezwaar maakt tegen het door adverteerder in reclame-uitingen aanbieden van reizen met vertrekgarantie, omdat adverteerder - volgens klaagster - de beloofde vertrekgarantie regelmatig niet nakomt.

Als erkend is komen vast te staan dat in het reisaanbod op adverteerders website aan de singlereis en de reguliere rondreis Canada & Rocky Mountains ten onrechte de aanduiding ‘vertrekgarantie’ was toegevoegd. Gelet hierop treft de klacht doel voor zover deze is gericht tegen de aanbieding van deze reizen op de website, waarvan uiting (c) als voorbeeld door klaagster is overgelegd. Deze uiting gaat gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de voordelen van het aangeboden product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie - het boeken van de reis - te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. In hetgeen adverteerder bij verweer heeft aangevoerd, ziet de Commissie aanleiding de aanbeveling op dit punt te doen ‘voor zover nog nodig’.

Voor het overige wordt de klacht afgewezen. Adverteerder heeft naar het oordeel van de Commissie voldoende weersproken dat zij regelmatig en bewust reclame zou maken voor reizen met vertrekgarantie terwijl niet daadwerkelijk sprake is van een gegarandeerd vertrek op de genoemde reisdata. Niet is gesteld of gebleken dat de reizen met vertrekgarantie die zijn aangeboden in de als uiting (a) aangeduide advertentie en/of de als uiting (b) aangeduide (pagina van de) brochure geen doorgang hebben gevonden of zullen vinden.

RB 1744

Met behulp van affiliates gemaakte reclame

RCC 1 mei 2013, dossiernr. 2012/00816; RCC 1 mei 2013, dossiernr. 2012/00816-I; RCC 1 mei 2013, dossiernr. 2012/00816-II; RCC 1 mei 2013, dossiernr. 2012/00816-III  (Supermarkt coupon)
Box o' couponsMisleidende reclame. Bijzondere Reclamecode. Agressieve reclame. Digitale marketing. Betreft een op 31 juli 2012 verzonden e-mail van be@n4c.nl, waarin onder meer staat: ''DOE MEE EN MAAK KANS OM EENSUPERMARKT COUPON TER WAARDE VAN 450 EUR TE Winnen'' en ''Wij betalen uw boodschappen! klik hier... Wij hebben u geselecteerd om kosteloos boodschappen te kunnen doen deze maand. (...) U ontvangt dit bericht omdat u lid bent van de Nieuws Voor Consumenten Nieuwsbrief''. Klaagster klikte op de link en diende vervolgens een zeer gemakkelijke vraag te beantwoorden, maar na antwoorden diende zij haar gsm nummer op te geven, waarna bleek dat het om een abonnementsdienst ging. Zij vindt de e-mail misleidend en meent dat zij recht heeft op de waardebon.

De Commissie stelt vast dat First Impressions bij verweer heeft meegedeeld dat zij deze e-mail heeft verzonden, op verzoek van Immediato B.V., die First Impressions als “adverteerder” aanmerkt. Aldus de Commissie is sprake van een klacht tegen grensoverschrijdende reclame als bedoeld in Bijlage 1 bij het Reglement RCC en het College van Beroep, nu de e-mail afkomstig is van het in Nederland gevestigde First Impressions, en is ontvangen door klaagster, die in België woont.

Nadat de Commissie in haar eerste tussenbeslissing (van 27 november 2012) heeft geoordeeld dat de bestreden e-mail in strijd is met artikel 3.1 Reclamecode SMS-dienstverlening, dat er sprake is van agressieve reclame en dat de e-mail in strijd is met de waarheid, dient nog de vraag te worden beantwoord wie verantwoordelijk moet worden geacht voor de bestreden e-mail.

(...)

Weliswaar is niet gebleken dat Immediato, overeenkomstig de door haar gehanteerde voorwaarden, toestemming heeft gegeven om de bestreden e-mail te verzenden, maar wel is komen vast te staan dat Immediato gebruik heeft gemaakt van marketing met behulp van affiliates. Niet is gesteld of gebleken dat Immediato aan neergelegde verplichtingen omtrent affiliates heeft voldaan. Gelet hierop acht de Commissie Immediato mede verantwoordelijk voor de inhoud van de bestreden, met behulp van affiliates gemaakte reclame.

(...)

Zoals is vermeld in de tweede tussenbeslissing (van 5 februari 2013) heeft het e-mail marketingbureau Sevbo MD B.V. (hierna Sevbo) meegedeeld dat zij de bestreden e-mail heeft verzonden naar de Belgische leden. Naar het oordeel van de Commissie dient bij zodanige verzending, waarbij Sevbo bekend kan worden verondersteld met de inhoud van die e-mail, in elk geval Sevbo verantwoordelijk te worden geacht voor die inhoud. Ten aanzien van First Impresssions en Scoort Media worden de klachten afgewezen.

RB 1740

Klagers veronderstelling niet gerechtvaardigd

RCC 22 april 2013, dossiernr. 2013/00173 (Buitenreclame reisbureau)
Herkenbaarheid adverteerder. Buitenreclame. Betreft de tekst op de gevel van reisbureau Brouwer waarop het logo Thomas Cook staat. Klager voelt zich misleid door de reclame-uitingen in en voor het kantoor van Thomas Cook Brouwer. Nergens wordt vermeld dat dit kantoor 'geen 100% echt Thomas Cook kantoor' of een 'Thomas Cook Light kantoor' is. Reisbureau Brouwer blijkt een 'zelfstandige franchiser' te zijn.

Naar het oordeel van de Commissie is klagers veronderstelling dat hij de reis niet bij reisbureau Brouwer maar rechtstreeks bij Thomas Cook boekte, niet gerechtvaardigd. Het feit dat op de lichtbank en op raamstickers uitstluitend 'Thomas Cook' staat, maakt dit niet anders. De Commissie wijst de klacht af.

Op de voor- en zijgevel van de vestiging waar klager de reis boekte, staat duidelijk en verschillende malen zowel “Thomas Cook” als “reisbureau Brouwer”. Op grond hiervan is klagers veronderstelling dat hij de reis niet bij reisbureau Brouwer maar rechtstreeks bij Thomas Cook boekte, niet gerechtvaardigd. Ook op grond van de door klager overgelegde website, via welke klager bij reisbureau Brouwer terecht kwam en waarop deze vestiging vermeld is als “Reisbureau Brouwer h/o Thomas Cook” had klager niet mogen concluderen dat hij de reis bij “Thomas Cook” had geboekt.
Het feit dat op de lichtbak en op raamstickers uitsluitend “Thomas Cook” staat, maakt dit niet anders. 

RB 1739

Voldoende blijk van een stelling 'gratis energie door de zon'

Vzr. RCC 22 april 2013, dossiernr. 2013/00246 (Gratis energie door de zon)
Solar PanelsMisleidende reclame. Zwarte lijst. Drukpers. Het betreft een advertentie in De Schelde Post waarin adverteerder zonnepanelen aanprijst onder de aanhef 'Gratis energie door de zon'. Klager is van mening dat deze mededeling misleidend is.

De voorzitter is van oordeel dat van misleiding geen sprake is. In zijn geheel bezien, blijkt uit de advertentie voldoende dat adverteerder slechts stelt dat door de zon geleverde energie gratis is.

RB 1737

De suggestie dat deze 'sexy' maakt

Vzr. RCC 18 april 2013, dossiernr. 2013/00223 (Intertoys) - 2013/00223A

Bijzondere Reclamecode. Kinderen en jongeren. Digitale marketing. De uiting betreft de website www.intertoys.nl waarop 'Parfum Sexy Dentelle' en 'Parfum Miss Sexy' worden aangeboden. Volgens klagers behoort een speelgoedwinkel geen product onder deze naam aan kinderen 'vanaf 10 jaar' aan te prijzen.

De voorzitter acht beide uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 3 Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC). Van de uitingen gaat de suggestie uit dat deze 'sexy' maakt en daardoor tot sociaal voordeel kan leiden.

 

 

RB 1731

Betreft een reclame bedoeld voor jongeren

RCC 10 april 2013, dossiernr. 2013/00153 (Men at Work)
RCC 10 april 2013, dossiernr. 2013/00153A
Folders/brochures. Vrouwonvriendelijk. Jongeren. Betreft een reclamefolder voor Men at Work, waarin men 'een cadeautje (...) mag openkrassen'. Onderaan bevat de pagina een foto van een wijdbeens zittende vrouw, met op de plaats van haar kruis een hart met daarin de tekst 'scratch & catch'. De klachten richten zich op het feit dat de reclame, bestemd voor jongeren, te ver gaat. De uiting is vrouwonvriendelijk, seksistisch en provocerend, aldus klagers.

Naar het oordeel van de Commissie gaat de afbeelding van de wijdbeens zittende vrouw in combinatie met de aansporing om het hart open te krassen, de grenzen van het toelaatbare te buiten. De uiting is volgens de Commissie derhalve in strijd met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in art. 2 NRC. Met betrekking tot de afbeelding van 'een stel' in een seksueel gelade pose, waar het betreft een reclame bedoeld voor jongeren, acht de Commissie de uiting niet van dien aard dat deze naar huidige maatschappelijke opvattilngen de grenzen van het toelaatbare overschrijdt.

1.
(...)
Dit laatste acht de Commissie het geval waar het betreft de afbeelding van de wijdbeens zittende vrouw in combinatie met de aansporing om het hart, zoals te zien in het kruis van de vrouw, open te krassen. Naar het oordeel van de Commissie gaat deze afbeelding de grenzen van het toelaatbare te buiten. In zoverre acht de Commissie de uiting in strijd met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Dat de uiting is bedoeld voor de doelgroep 15-35 jarigen leidt niet tot een ander oordeel.   
 
2.
Klaagster heeft ook gewezen op de afbeelding van een kruis op het shirt van de wijdbeens zittende vrouw. Bij verweer is (onder verwijzing naar een bijlage met voorbeelden) meegedeeld dat een kruis op een kledingstuk op dit moment een modetrend is en dat het toeval is dat het bewuste model een shirt met een kruis draagt. Naar het oordeel van de Commissie betekent het gebruik van het bewuste kledingstuk in de bewuste afbeelding op zichzelf niet dat de NRC wordt overtreden, ook al zal dit gebruik niet door iedereen worden gewaardeerd.  
 
3.
Ten slotte maakt klaagster bezwaar tegen de afbeelding van “een stel” in -samengevat- een te seksueel geladen pose, waar het betreft reclame bedoeld voor jongeren. Een afdruk van deze afbeelding heeft klaagster niet overgelegd, maar de Commissie gaat ervan uit dat het dat onderdeel van de uiting betreft, waarvan in dossier 2013/00153A (soortgelijke klacht tegen dezelfde uiting) een afdruk is overgelegd.
Met inachtneming van voornoemde terughoudendheid acht de Commissie de betreffende foto van een stel, waarbij een meisje, gekleed in een hemdje en korte spijkerbroek zit op haar partner, die op de grond ligt, niet van dien aard, dat de uiting daardoor naar huidige algemene maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare overschrijdt.

RB 1727

Hoogste slagingspercentage zonder nadere toelichting is onvoldoende duidelijk

RCC 4 april 2013, dossiernr. 2013/00113 (Jongepier Mobility Masters)

Digitale marketing. Betreft een uiting op www.jongepier.nl waarin staat: 'landelijke dekking' en 'Hoogste slagingspercentage'. Elders staat 'cursuskosten fase 1 en 2 van € 4489,00 nu voor € 3590,00 uw voordeel € 899,00'. Klager voert aan dat de mededeling van het slagingspercentage en landelijke dekking onjuist is en daardoor misleidend. Tevens legt klager een lijst over met 4 door andere gehanteerde prijzen waarbij hij bestrijdt dat voor een instructeursopleiding de aangeboden prijs van Jongepier kan worden gehanteerd. Verkoop onder de kostprijs is zijns inziens onmogelijk en niet toegestaan.

Niet duidelijk is dat hier is bedoeld het hoogste slagingspercentage van de twee grootste aanbieders van rijinstructeur opleidingen, terwijl er kleinere opleiders zijn, met hogere slagingspercentages. De Commissie acht de uiting voor de gemiddelde consument niet voldoende duidelijk ten aanzien van de voordelen die de opleiding van adverteerder biedt. De uiting is misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Klager heeft zijn stelling ten aanzien van de 'landelijke dekking' onvoldoende onderbouwd. Dit onderdeel van de klacht wordt ongegrond verklaard.

Ad a.
In de bestreden uiting staat zonder nadere toelichting: “Hoogste slagingspercentage”. Niet duidelijk is dat hier is bedoeld het hoogste slagingspercentage van de twee grootste aanbieders van rijinstructeur opleidingen, terwijl er kleinere opleiders zijn, met hogere slagingspercentages. Wat dit betreft acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument niet voldoende duidelijk ten aanzien van de voordelen die de opleiding van adverteerder biedt. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
 
Ad b.
Klager heeft zijn stelling, dat de mededeling “Landelijke dekking” onjuist is, niet onderbouwd. Gelet hierop en nu adverteerder onweersproken heeft meegedeeld dat zij haar opleidingen in heel Nederland aanbiedt, acht de Commissie dit onderdeel van de klacht ongegrond.
RB 1536

Geen klachtgeld voor klager

CvB 8 november 2012, dossiernr. 2012/00798 (Klager hoeft geen klachtgeld te betalen)

naar de tandartsKlager heeft door middel van een online klachtenformulier bezwaar gemaakt tegen een reclame-uiting van een tandarts. Bij brief heeft de Reclame Code Commissiebesloten dat klagerklachtengeld is verschuldigd omdat hij de klacht zou hebben ingediend in het belang van de uitoefening van een beroep of bedrijf. De klager had het online formulier ingevuld en klager heeft van het adres van zijn overbuurman gebruik gemaakt, omdat hij het niet veilig vond om vanaf zijn privé-adres te corresponderen. Op dat nummer van zijn overbuurman zit ook "een praktijk" gevestigd. Er is geen bewijs dat klager werkzaam zou zijn voor welk bedrijf dan ook. Klager is een particulier. Naar oordeel van College van Beroep is dan ook onvoldoende bewezen dat klager de klacht heeft ingediend in het belang van een beroep of bedrijf dan wel in een commercieel belang van een organisatie.

De Commissie begrijpt dat klager en in elk geval …….bekend waren met elkaar, maar heeft onvoldoende aanwijzingen dat de onderhavige klacht is ingediend in het belang van de uitoefening van een beroep of bedrijf dan wel in een commercieel belang van een organisatie.
 
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
 
De beslissing
 
De Commissie vernietigt de beslissing van de voorzitter, hetgeen betekent dat klager geen klachtengeld is verschuldigd.
RB 1528

Klager is klachtengeld verschuldigd

Vzr. RCC 9 oktober 2012, dossiernr. 2012-00897, 2012-00898, 2012-00899, 2012-00900, 2012-00901, 2012-00902 (Klager tegen adverteerder)

Klager heeft met online klachtenformulier bezwaar gemaakt tegen een reclame-uiting van adverteerder.  De klacht betreft de volgens klager onjuiste mededeling op de website van adverteerder dat beide mondhygiënisten zijn afgestudeerd aan het ACTA. Klager heeft op het klachtenformulier meegedeeld de klacht als particulier in te dienen. Als adres is postbus 19 te Wolvega opgegeven. Navraag bij PostNL heeft uitgewezen dat dit postbusnummer op naam staat van Tandzorg Klinieken te Steenwijk.

De voorzitter van oordeel dat klager de klacht indient in het belang van de uitoefening van een bedrijf of beroep dan wel in een commercieel belang van een organisatie, zonder dat dit uit de klacht blijkt. De Voorzitter  bepaalt dat klager klachtengeld ten bedrage van € 1.000,- verschuldigd is. Het klachtengeld dient binnen veertien da­gen na dagtekening van deze beslissing in het bezit te zijn van de Stichting Reclame Code.

  • 1
  • 2
  • 3
  • 1 - 10 van 27