RB
DOSSIERS
Alle dossiers

kansspelen  

RB 2867

VriendenLoterij: Shoptegoed t.w.v. €120 bestaande uit 3 cadeaus met lagere totale waarde, is misleiding

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 2 mei 2017, RB 2867; Dossiernr: 2017/00027 - CVB (VriendenLoterij), https://www.reclameboek.nl/artikelen/vriendenloterij-shoptegoed-t-w-v-120-bestaande-uit-3-cadeaus-met-lagere-totale-waarde-is-misleiding

CvB 2 mei 2017, RB 2867; dossiernr. 2017/00027 (VriendenLoterij) College bevestigt aanbeveling in strijd met artikel 7 NRC. Misleiding voornaamste kenmerken product. Uiting: Betreft een mailing die bestaat uit een geadresseerde brief en een antwoordbon. Op de voorzijde van de brief staat onder meer de mededeling “€ 120,- shoptegoed cadeau!”. Ook elders in de mailing wordt herhaaldelijk een shoptegoed met een waarde van € 120,- genoemd. Het shoptegoed kan men benutten door uit drie categorieën een cadeau te kiezen. Het betreft de categorieën ‘uitje’ respectievelijk ‘extra cadeau’ en ‘cadeaukaart’. Uit elke categorie dient een keuze te worden gemaakt. Klacht: In de uiting wordt uitdrukkelijk gesproken over een shoptegoed ter waarde van € 120,-. In werkelijkheid blijken uit de cadeaushop slechts drie cadeaus te kunnen worden gekozen met een veel lagere waarde. Volgens klager bedraagt de totale inkoopwaarde van de cadeaus niet meer dan € 20,-. Klager vindt de uiting misleidend.

RB 2798

HvJ EU: Een piramidespel is ook een handelspraktijk indien er slechts indirecte band bestaat tussen nieuwe en bestaande leden

Rechtspraak (NL/EU) 15 dec 2016, RB 2798; ECLI:EU:C:2016:958 (Loterie Nationale – Nationale Loterij NV), https://www.reclameboek.nl/artikelen/hvj-eu-een-piramidespel-is-ook-een-handelspraktijk-indien-er-slechts-indirecte-band-bestaat-tussen-n

HvJ EU 15 december 2016, RB 2798; IEFbe 2035; C-667/15; ECLI:EU:C:2016:958 (Loterie Nationale – Nationale Loterij NV) Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten – Misleidende handelspraktijk – Piramidesysteem – Door nieuwe leden verrichte betalingen en door de bestaande leden ontvangen vergoedingen – Indirecte financiële band. HvJ EU:

Punt 14 van bijlage I bij [„richtlijn oneerlijke handelspraktijken”] moet aldus worden uitgelegd dat op grond van deze bepaling een handelspraktijk ook als een „piramidesysteem” kan worden gekwalificeerd indien er slechts een indirecte band bestaat tussen de door nieuwe leden van een dergelijk systeem verrichte betalingen en de door de bestaande leden ontvangen vergoedingen.
RB 2765

Fieldmarketeer droeg herkenbare kleding en hoeft dus geen legitimatiebewijs te tonen

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 3 aug 2016, RB 2765; Dossiernr: 2016/00334 (Identificatie fieldmarketeer), https://www.reclameboek.nl/artikelen/fieldmarketeer-droeg-herkenbare-kleding-en-hoeft-dus-geen-legitimatiebewijs-te-tonen

Vz. RCC 3 augustus 2016, RB 2765; Dossiernr: 2016/00334 (Nationale Postcode Loterij - fieldmarketeer)
Afwijzing. Fieldmarketing. Klager stelt dat hij in Zwolle op straat werd aangesproken door twee dames die begonnen met het stellen van een vraag in plaats van te zeggen wat het doel van het gesprek zou zijn. Dit is in strijd met artikel 2 lid 1 Reclamecode voor Fieldmarketing (RFM). Er stonden geen namen op hun jassen en zij wilden zich desgevraagd ook niet legitimeren en gingen een teamleider bellen. Men vertelde aan klager dat hij moest blijven staan. Hij was daarvan niet gediend en liep verder. Later kwam de teamleider en nog een persoon erbij die aan klager vertelden dat hij de RFM moest uitleggen, hetgeen klager weigerde. Klager stelt dat niet is voldaan aan artikel 4 onder c RFM omdat sprake is van een agressieve vorm van benadering. Hij werd meermalen benaderd terwijl hij te kennen had gegeven verder te gaan, waarbij klager tegenover vier personen kwam te staan. Daarbij is de benadering niet gestaakt. Klager heeft zich over het voorgaande beklaagd bij adverteerder, maar kreeg hierop geen inhoudelijke reactie.

 

RB 2663

HvJ EU: Sponsorlogo's in andere programma's tellen wel, maar zwarte seconden tellen niet mee in maximumreclamezendtijd per klokuur

HvJ EU 17 februari 2016, RB 2663; C-314/14; ECLI:EU:C:2016:89 (Sanoma - Nelonen Media)
Zie eerder: IEF 14233, IEFbe 993. Richtlijn 2010/13/EU. Artikel 19, lid 1. Scheiding van de televisiereclame en de programma’s. Opgedeeld scherm - Artikel 23, leden 1 en 2 - Beperking van de zendtijd voor televisiereclamespots tot 20% per klokuur - Sponsorboodschappen - Andere verwijzingen naar een sponsor - ‚Zwarte seconden’. Het HvJ EU antwoordt:

1) Artikel 19, lid 1, van [richtlijn audiovisuele mediadiensten 2010/13/EU], moet aldus worden uitgelegd dat het niet in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling zoals die in het hoofdgeding, op grond waarvan het is toegestaan dat een opgedeeld beeldscherm waarop de programma-aftiteling in het ene deel verschijnt en een programmaoverzicht in het andere om het programma dat wordt beëindigd te scheiden van de erop volgende reclameonderbreking, niet noodzakelijkerwijs wordt gecombineerd met, of wordt gevolgd door, een akoestisch of optisch middel, mits een dergelijk middel om te scheiden – het is aan de verwijzende rechterlijke instantie om dat te verifiëren – op zich beantwoordt aan de in de eerste volzin van dat artikel 19, lid 1, vermelde vereisten.

2) Artikel 23, lid 2, van richtlijn 2010/13 moet aldus worden uitgelegd dat sponsorlogo’s die in het kader van andere programma’s dan het gesponsorde programma worden uitgezonden, zoals die in het hoofdgeding, moeten worden meegerekend voor de in artikel 23, lid 1, van die richtlijn vastgelegde maximumreclamezendtijd per klokuur.

3) Artikel 23, lid 1, van richtlijn 2010/13 moet in het geval waarin een lidstaat geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid, een striktere regel dan die neergelegd in dat artikel in te voeren, aldus worden uitgelegd, niet alleen dat het zich er niet tegen verzet dat „zwarte seconden” tussen de afzonderlijke spots van een televisiereclameonderbreking of tussen die onderbreking en het erop volgende televisieprogramma worden meegerekend voor het maximumaandeel van 20 % per klokuur voor televisiereclame, maar ook dat het gebiedt dat die seconden worden meegerekend.

Gestelde vragen IEF 14233; IEFbe 993:

1) Moet artikel 19, lid 1, van richtlijn 2010/13/EU in omstandigheden als die in het hoofdgeding aldus worden uitgelegd dat dit zich ertegen verzet dat de nationale wettelijke bepalingen zo worden uitgelegd dat de opdeling van het beeldscherm niet wordt aangemerkt als reclameleader die zorgt voor een scheiding tussen het audiovisuele programma en de televisiereclame, daarbij in aanmerking nemend dat een deel van het beeld is voorbehouden voor de programma-aftiteling en een ander deel voor de voorbeschouwing van de daaropvolgende uitzendingen op het kanaal van een omroep door middel van een programmaoverzicht, terwijl noch in het gedeelde beeldscherm noch daarna een akoestisch of optisch middel wordt uitgezonden dat uitdrukkelijk het begin van een reclame-onderbreking markeert?

 

2) In aanmerking genomen dat richtlijn 2010/13 naar haar aard een minimumregeling is, moet artikel 23, lid 2, van deze richtlijn dan in omstandigheden als die in het hoofdgeding aldus worden uitgelegd dat daarmee onverenigbaar is dat sponsorlogo’s die in het kader van andere programma’s dan de gesponsorde programma’s worden uitgezonden, worden aangemerkt als ‚reclamespots’ in de zin van artikel 23, lid 1, van de richtlijn, die voor de maximaal toegelaten reclamezendtijd moeten worden meegerekend?

 

3) In aanmerking genomen dat richtlijn 2010/13 naar haar aard een minimumregeling is, moet het begrip ‚reclamespots’ in artikel 23, lid 1, van deze richtlijn in samenhang met het zinsdeel ‚mag het aandeel [...] per klokuur niet meer dan 20 % bedragen’ ter omschrijving van de maximaal toegelaten reclamezendtijd, in omstandigheden als die in het hoofdgeding aldus worden uitgelegd dat daarmee onverenigbaar is dat de ‚zwarte seconden’ tussen afzonderlijke reclamespots en aan het einde van een reclame-onderbreking tot de reclamezendtijd worden gerekend?

RB 2661

Uiting kraskaart Zeeman oneerlijk door agressieve reclame

RCC 8 februari 2016, RB 2661; Dossiernr. 2015/01198 (Zeeman)
Uiting: Het betreft een kraskaart die klaagster ontving nadat zij een aankoop had gedaan bij Zeeman.
Op de voorzijde van de kaart staat onder de aanhef “Kras & win!”:
“Kras & win!
€ 100 shoptegoed,
Pretpark kaartjes,
Of 1 van de 10.000 andere prijzen!
Kras hier jouw wincode
Ga naar www.zeeman.com/win
Vul jouw wincode in.
Ontdek jouw prijs
"ZEEMAN”.

Op de achterzijde van de kaart staat onder de aanhef “Kras & win!”:
“Kras & win!
€ 100 shoptegoed,
Pretpark kaartjes,
Of 1 van de 10.000 andere prijzen!”.
Hieronder zijn diverse artikelen afgebeeld met in het midden de tekst: “Altijd prijs”.
Onderaan de achterzijde staat: “Voor actievoorwaarden zie www.zeeman.com/win” en “ZEEMAN”.

Klacht: Op de kraskaart staat, na krassen:
“Gefeliciteerd! Je hebt met jouw wincode een prijs gewonnen”.
Als je alle stappen doorlopen hebt, waaronder het beantwoorden van ongeveer acht vragen over je winkelgedrag, worden, onder de aanhef:
“Helaas, er is geen hoofdprijs op jouw code gevallen.
Als troostprijs staat het volgende voordeel voor je klaar”

de volgende keuzes voorgelegd:
1. Onder het kopje “Ga naar zeeman.com”: “Bekijk onze nieuwe weekaanbiedingen”.
2. Onder het kopje “Tot 50% korting op jouw volgende vakantie”: “De mooiste vakantiedeals tegen de allerscherpste prijzen”.
3. Onder het kopje “30 dagen Gratis Napster abonnement”: “Daarna € 9,95 per maand stopt niet automatisch”.
4. Onder het kopje “4 weken gratis* een krant naar keuze”: “* exclusief 1 euro bezorgkosten per week”.

Onder de keuzemogelijkheden 1 tot en met 4 kan respectievelijk worden aangeklikt:
“Naar zeeman.com”, “Bekijk nu”, “Verzilver nu” en “VERZILVER NU”.

Klaagster stelt over de verschillende mogelijkheden:
Ad 1. Dit is een abonnement op een folder van Zeeman, geen prijs.
Ad 2. Bij TravelBird is geen gepersonifieerde korting te vinden. Het betreft een algemene website, waarop geen kortingen zijn te zien.
Ad 3. Als je dit Napster abonnement te laat opzegt, zit je eraan vast.
Ad 4. Dit krantenabonnement kan klaagster altijd al krijgen als zij de betreffende krant belt en zich aanmeldt voor een proefabonnement.

Door middel van de krasactie wordt men verleid om gratis input te geven voor onderzoek naar winkelgedrag. Klaagster stelt: “Dit werkt contraproductief voor de klantenbinding”.

Commissie: De Commissie vat de klacht op in die zin dat de “troostprijs” die men ontvangt, indien er “geen hoofdprijs op jouw code gevallen” is, niet kan worden aangemerkt als een “prijs” zoals vermeld op de kraskaart, waarop staat: “Altijd prijs” en “Kras & win!
€ 100 shoptegoed,
Pretpark kaartjes,
Of 1 van de 10.000 andere prijzen!”.

In het geval van klaagster stond als “troostprijs” “voordeel” voor haar klaar, inhoudende de volgende aanbiedingen:
1. Onder het kopje “Ga naar zeeman.com”: “Bekijk onze nieuwe weekaanbiedingen”.
2. Onder het kopje “Tot 50% korting op jouw volgende vakantie”: “De mooiste vakantiedeals tegen de allerscherpste prijzen”.
3. Onder het kopje “30 dagen Gratis Napster abonnement”: “Daarna € 9,95 per maand stopt niet automatisch”.
4. Onder het kopje “4 weken gratis* een krant naar keuze”: “* exclusief 1 euro bezorgkosten per week”.

Volgens de bij het verweer overgelegde “Voorwaarden Zeeman Kras- & Winactie” ontvangen deelnemers die geen hoofdprijs ontvangen:

“(…) een 30 dagen gratis Napster proefabonnement (daarna € 9,95 per maand. Stopt niet automatisch) en/of 10% korting bij Voordeelvanger (bij een minimale besteding van € 24,95. Geldig t/m 31 januari 2016) en/of 4 weken een gratis krant naar keuze (excl. € 1 verzendkosten per week)”.

Naar het oordeel van de Commissie rechtvaardigt het door klaagster ontvangen voordeel, meer in het bijzonder het Napster abonnement en de gratis krant gedurende 4 weken, die beide ook in de deelnamevoorwaarden worden genoemd, niet dat gesproken wordt over een “prijs”. De Commissie overweegt daartoe dat het Napster abonnement, dat na 30 dagen € 9,95 per maand kost, niet automatisch stopt. Verder heeft adverteerder niet weersproken dat men altijd 4 weken gratis een krant kan ontvangen, wanneer men zich aanmeldt voor een proefabonnement.

Gelet op het bovenstaande wordt op de kraskaart de bedrieglijke indruk gewekt dat de consument door een bepaalde handeling te verrichten een prijs zal winnen, terwijl er in feite geen sprake is van een prijs. In zoverre is er sprake van agressieve reclame als bedoeld in Bijlage 2 onder 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en daardoor is de uiting oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2639

Technische fout, onvoldoende zorgvuldigheid bij aanbieden en aanprijzen promotioneel kansspel Klingel

Vzr. RCC 24 december 2015, RB 2639; Dossiernr: 2015/01201 (Klingel)
Direct marketing. Kansspel. Uiting: Het betreft een aan klaagster gezonden geadresseerde mailing van Klingel. De mailing bestaat onder meer uit een envelop met de mededeling “Proficiat! U hebt recht op een geldbedrag!” en  een op klaagsters naam gestelde “officiële berichtgeving” waarin staat – voor zover hier van belang – dat klaagster via drie genummerde en op haar naam gestelde “bonusprijszegels” kan controleren of een van de zegels “goed is voor 2x, 3x, 5x € 500,00 of zelfs 10x € 1.000,00 per maand op uw rekening”.

Klacht: In de uiting wordt gezegd dat klaagster recht heeft op een geldbedrag. De bonusprijszegel met daarop klaagsters naam en het geluksnummer 4387118 moest op het bestelformulier worden geplakt om de geldprijs op te vragen. Het overzicht waar de nummers van de bonusprijszegels kunnen worden gecontroleerd, blijkt niet meer aan klaagster gericht te zijn maar een andere naam te bevatten. Bovendien komt klaagsters nummer in het overzicht niet voor, maar wel het geluksnummer 4387117. Klaagster vindt het “heel vreemd allemaal”.

Voorzitter:

Adverteerder heeft erkend dat in enkele onderdelen van de uiting een onjuiste naam en niet het in werkelijkheid aan klaagster toegekende geluksnummer worden vermeld. Tevens is erkend dat dit voor de ontvanger van de reclame-uiting verwarrend is.

Op grond hiervan wordt geoordeeld dat door de uiting het vertrouwen in reclame wordt geschaad als bedoeld in artikel 5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Van adverteerder mag immers worden verwacht dat zij voldoende zorgvuldigheid betracht bij het aanbieden en aanprijzen van haar promotionele kansspel.

Nu adverteerder reeds eigener beweging haar klanten een excuusbrief heeft toegezonden, waarin zij onder meer toezegt “er alles aan te doen om een dergelijke vergissing in de toekomst te voorkomen”, zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.

De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 5 NRC.

RB 2494

Actiepakker kansspel met 300 vragen en 90 cent per minuut aan kosten

RCC 4 augustus 2015, RB 2494; dossiernr. 2015/00610 (300 vragen en 90cent per minuut om deel te nemen)
Gedeeltelijke aanbeveling. Kansspel. Digitale marketing communicatie. De uiting: Het betreft door klager ontvangen reclame per e-mail van 7 mei 2015 voor een actie: “Win een JUMBO waardebon”. In stap 1 staat onder meer:“Je hebt mogelijk gewonnen! Jouw email is geselecteerd. Maak direct kans op deze Superdeal: Een JUMBO WAARDEBON t.w.v. € 500.-”. en “Gratis nieuwsbrief dienst Actiepakker. Actiepakker sluit elke aansprakelijkheid uit wanneer informatie in deze e-mail niet correct, onvolledig of het niet tijdig overkomt, evenals indien er schade ontstaat ten gevolge van deze e-mail. Contact: info@blz2.nl, Kuiperssingel 2, Drachten”. In stap 2 staat onder meer: “Deze actie is nog geldig tot 7 mei. Antwoord op deze 3 vragen zodat we kunnen zien of we je de waardebon kunnen opsturen. Ken je JUMBO? Ja. Neen”. In stap 3 staat onder meer: “Je kunt nu kijken of je de waardebon van € 500,- euro kan verdienen! Opgelet! Er zijn nog slechts 5 waardebonnen over. (…) Kijk voor je waardebon. Je kunt nu nog gedurende 52 seconden deelnemen. Aan de deelname kunnen voorwaarden verbonden zijn”.

In stap 4 staat onder meer: “WORD JIJ ONZE WINNAAR VANDAAG? Vul je gegevens in: Voornaam: E-mail: Telefoonnummer: (…)”. Onderaan de pagina staat in relatief kleine letters: “Het tarief van deze dienst is € 0,90 per minuut. Om deel te nemen aan deze dienst, bestaande uit in totaal 300 quizvragen per telefoon, vult u uw telefoonnummer in op de internetpagina en wordt er aan u een PIN code beschikbaar gesteld. Uw PIN code vult u in op de pagina, zoals weergegeven op uw beeldscherm, om deze dienst te activeren. Op het moment dat u de (telefoon)verbinding verbreekt, kunt u de dienst stoppen. Blijf dus aan de lijn, beluister de vragen en vul het juiste antwoord in met optie 1 of optie 2 via uw telefoon. Deelname aan deze dienst is mogelijk tussen 10/02/2015 en 01/07/2015. Degene met de meeste vragen goed wint. Voor informatie kunt u contact opnemen per e-mail nl@quiz-fun.com.my of bezoek de website https://quiz-fun.com.my/nl-nl/. Conversion Factory, handelende onder de naam Quiz-Fun, is gevestigd in Kuala Lumpur (….)”. In stap 5 staat onder meer: “WIN COMPUTER PRIZE ID: JUMBO WAARDEBON LIJN IS OPEN:   0.33 SEC (…) 1 Bel 0909-4555111 €0,90 per minuut en je krijgt een unieke pincode te horen … blijf aan de lijn … 2 Vul je code hier in: (….)”. Onderaan de pagina staat in relatief kleine letters dezelfde tekst als hierboven aangehaald onder “stap 4” (Het tarief ... gevestigd in Kuala Lumpur (…))”.

De klacht: De klacht kan als volgt worden samengevat. De tijdsdruk van een minuut bij stap 3 is bijzonder sluw, omdat men daardoor niet de tijd neemt om bij de stappen 4 en 5 de kleine lettertjes onderaan de pagina te lezen. Het gaat om 300 vragen, een tarief van 90 eurocent per minuut, minstens 10 seconden per vraag, derhalve om minstens 50 minuten, hetgeen betekent dat de kosten minstens 45 euro bedragen. De meeste mensen zullen afhaken na een paar minuten, maar dat is wel “kassa” voor Actiepakker. Klager maakt met name bezwaar tegen “die truc met die tijdsdruk”. Klager vraagt zich af of het niet misleidend is om mensen doelbewust af te leiden van informatie over de kosten. In stap 5 is wel een tarief vermeld bij het te bellen telefoonnummer, maar intussen ziet men de seconden wegtikken, en dus de kans op gratis shoppen kleiner worden. Ook dat is misleidend. Als men terug gaat naar de mail, kan men weer opnieuw beginnen, sterker nog: een paar dagen later kan men nog steeds doorklikken vanuit de mail. De mededeling in stap 3: “Deze actie is nog geldig tot 7 mei” is dan ook onjuist; de vermelde datum is steeds die van “de huidige dag”. Opmerkelijk is ook dat er elke keer “nog slechts 5 waardebonnen over” zijn, volgens stap 3. Klager vindt de onderhavige uiting nogal stuitend, en “zeker geen reclame voor de bedrijven die eraan deelnemen”. Eerder ontving klager een soortgelijke uiting van Actiepakker, toen betreffende een bouwmarkt.

Het oordeel van de Commissie: 1. De Commissie stelt voorop dat zij verweerder sub 2 (hierna ook: Jumbo) niet verantwoordelijk acht voor de bestreden uiting. Zij overweegt daartoe dat Jumbo voldoende aannemelijk heeft gemaakt, onder meer door te verwijzen naar een waarschuwing op haar website, dat haar naam zonder haar toestemming in de uiting is gebruikt en dat de in de uiting opgenomen actie niet (mede) door Jumbo is georganiseerd. 2. Ten aanzien van de inhoud van de bestreden uiting overweegt de Commissie het volgende. Deze uiting, die bestaat uit verschillende “stappen”, dient als één geheel te worden beoordeeld. In de e-mail, die het eerste onderdeel van de uiting vormt, wordt gewezen op de kans die de geadresseerde maakt om een Jumbo waardebon ter waarde van € 500,- te winnen. Daarbij wordt nog niet gewezen op het feit dat men, om kans te maken op deze waardebon, gebruik dient te maken van een telefonische informatiedienst van € 0,90 per minuut. Dat gebeurt pas nadat men 3 vragen heeft moeten beantwoorden, over welke vragen overigens is vermeld: “Antwoord op deze 3 vragen zodat we kunnen zien of we je de waardebon kunnen opsturen”, hetgeen doet vermoeden dat het enkel juist beantwoorden van de 3 vragen kan leiden tot het toesturen van de waardebon. Uiteindelijk blijkt uit het hierboven onder “de bestreden uiting” als “stap 4” aangeduide deel van de uiting dat een 0909-nummer voor € 0,90 per minuut moet worden gebeld om kans te maken op het winnen van de waardebon. Deze informatie is essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Deze informatie had naar het oordeel van de Commissie voor de consument direct kenbaar moeten zijn, bij eerste confrontatie met de uiting. Dit geldt temeer nu in “stap 4” staat: “Je kunt nu nog gedurende 52 seconden deelnemen. Aan de deelname kunnen voorwaarden verbonden zijn”. Deze mededeling zet de lezer mogelijk aan tot overhaaste deelname, zonder dat hij voldoende op de hoogte is van de aan deelname verbonden voorwaarden, meer in het bijzonder het feit dat het gaat om een betaalde informatiedienst. Gelet op het bovenstaande is er sprake van een te laat verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. 3. Klager heeft ook bezwaar gemaakt tegen de vermelding “Deze actie is nog geldig tot 7 mei”. De Commissie acht dit bezwaar gegrond, nu in de in de “stappen 4 en 5” opgenomen voorwaarden staat: “Deelname aan deze dienst is mogelijk tussen 10/02/2015 en 01/07/2015”, hetgeen onverenigbaar is met de mededeling “Deze actie is nog geldig tot 7 mei”. In zoverre gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De Commissie acht verweerders sub 1 en 3 beide verantwoordelijk voor de onderhavige overtredingen van de NRC.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt verweerders sub 1 en 3 aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.Ten aanzien van verweerder sub 2 wijst zij de klacht af.

RB 2483

Lotto-abonnee blijkt toch een voorwaarde bij winactie

Vzr. RCC 28 juli 2015, RB 2483; dossiernr. 2015/00614 2015/00614/l (Facebook uiting Lotto en Jumbo)
Voorzittersafwijzing. Kansspel. Detailhandel. De uiting: Het betreft een via facebook openbaar gemaakte uiting waarin onder “Lotto, dat is win, win!” en naast afbeeldingen waarop het Jumbo-logo staat, vermeld is: “Je kunt nu kans maken op een jaar lang gratis boodschappen!  t.w.v. € 4.500,- bij Jumbo”. Tot slot wordt gevraagd om adres en telefoonnummer in te vullen, waarbij wordt “Vul uw telefoonnummer in en ontvang eenmalig een telefonisch aanbod van De Lotto om mee te spelen”. De klacht: Klaagster verkeerde in de veronderstelling dat zij, door haar gegevens achter te laten, door de Lotto met een aanbod zou worden benaderd. Er stond niet dat zij eerst Lotto-abonnee diende te worden om kans te maken op de gratis boodschappen. Toen klaagster enige tijd later telefonisch werd benaderd, werd haar gevraagd om 6 nummers op te noemen Lotto-abonnee te worden en daardoor kans te maken op gratis boodschappen. Nu niet vermeld is dat men deel moet nemen aan De Lotto om kans te maken op gratis boodschappen, acht klaagster de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter:
In de eerste plaats overweegt de voorzitter dat in de uiting de indruk wordt gewekt dat deze zowel van De Lotto als van Jumbo afkomstig is. Niet is bestreden dat de uiting alleen van de Lotto is en dat Jumbo daarbij op geen enkele wijze betrokken is (geweest). De voorzitter acht derhalve De Lotto voor deze uiting verantwoordelijk en wijst de klacht jegens Jumbo af. Ten aanzien van de klacht overweegt de voorzitter dat uit de uiting niet blijkt dat deelname aan De Lotto voorwaarde is om kans te maken op gratis boodschappen. Door deze essentiële informatie onvermeld te laten, acht de voorzitter de uiting onvolledig en daardoor misleidend. Blijkens het voorgaande is door het te laat verstrekken van essentiële informatie de uiting onduidelijke volledige informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De voorzitter is van oordeel dat De Lotto voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat passende maatregelen zijn genomen om herhaling te voorkomen en om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met de artikel 7 NRC.
De voorzitter wijst de klacht tegen Jumbo af.

RB 2444

Voor telemarketingboete is een verbinding tot stand brengen noodzakelijk

CBb 14 juli 2015, RB 2444; ECLI:NL:CBB:2015:197 (Loterijen tegen ACM)
Boete i.v.m. telemarketing voor het overbrengen van communicatie via de telefoon, ook als deze ongevraagd is (inschrijving in bel-me-niet-register), is in ieder geval noodzakelijk dat een verbinding tot stand wordt gebracht. Naar het oordeel van het College betekent dit, dat ACM, bij gebreke van het directe bewijs van de communicatie zelf, tenminste dient aan te tonen dat het gebruik van de contactgegevens er toe heeft geleid dat een verbinding tot stand is gebracht. Ook ten aanzien van de boete op grond van artikel 11.7, twaalfde lid van de Tw (oud), geldt dat ACM (onder meer) dient aan te tonen dat het gebruik van de contactgegevens ertoe heeft geleid dat er een verbinding tot stand is gebracht.

Zoals het College heeft geoordeeld in haar uitspraak van 10 juli 2014 (ECLI:NL:CBB:2014:245), hoeft het recht van verzet immers alleen te worden aangeboden indien het gebruik van de contactgegevens ertoe leidt dat een verbinding met de abonnee tot stand wordt gebracht en met deze wordt gecommuniceerd. Het College kan uit de in de procedure overgelegde stukken en databestanden niet het bewijs putten dat telkens een verbinding tot stand is gebracht. Achter de telefoonnummers die in de databestanden zijn opgenomen zijn soms data en tijdstippen opgegeven. Echter, en anders dan ACM betoogt, ontbreken resultaatscodes, resultaatformulieren of andere gegevens – zoals de gespreksduur – waaruit kan worden geconcludeerd dat een verbinding tot stand is gebracht. De enkele, algemene bevestiging door de loterijen dat de telefoonnummers in de belbestanden zijn gebruikt, is ontoereikend als bewijs dat met dat gebruik een verbinding tot stand is gebracht. ACM heeft zodoende niet aangetoond dat de loterijen communicatie hebben overgebracht.

Op andere blogs:
Dirkzwager

RB 2363

Niet vermeld dat het aanbod om “gratis” mee te spelen verband houdt met een abonnement

Vz. RCC 23 maart 2015, RB 2363, dossiernr. 2015/00047 (Vriendenloterij.nl)
Zwarte lijst (misleiding). Ontbrekende informatie. Voorzitterstoewijzing. De uiting: Het betreft een op 5 januari 2015 in De Telegraaf gepubliceerde advertentie waarin onder meer staat: “Speel GRATIS mee voor dubbele prijzen tot wel € 2 miljoen! Ga naar vriendenloterij.nl.” De klacht: Klager wijst op het feit dat in de uiting staat dat men gratis kan meespelen. Uit voorwaarden die niet in de advertentie staan, blijkt echter dat alleen de eerste maand gratis is.

Vervolgens dient er maandelijks betaald te worden en zal een bedrag worden geïncasseerd indien men niet direct na aanmelding actie onderneemt om te voorkomen dat voor de maand die volgt op de gratis maand een bedrag zal worden geïncasseerd. Adverteerder maakt aldus misbruik van het woord gratis. Het woord “gratis” is misleidend omdat de aanmelding leidt tot een overeenkomst tegen betaling in de vorm van een abonnement tot deelname aan de loterij.

Het oordeel:

1) In de gewraakte uiting staat dat men “gratis” kan meespelen voor prijzen tot maximaal € 2 miljoen. In de uiting wordt geen informatie gegeven over de voorwaarden die gelden om van dit aanbod gebruik te kunnen maken. Meer in het bijzonder wordt niet vermeld dat sprake is van een abonnement waarbij men de eerste maand “gratis” meespeelt en vervolgens tegen betaling blijft doorspelen indien en zolang niet wordt opgezegd. De voorzitter begrijpt de klacht aldus dat klager van mening is dat deze informatie in de uiting had dienen te worden vermeld omdat anders niet duidelijk is dat het “gratis” aanbod verband houdt met een abonnement dat na de “gratis” maand tegen betaling wordt voortgezet.

2) Deze klacht treft doel. Naar het oordeel van de voorzitter had uit de advertentie dienen te blijken dat het aanbod om “gratis” mee te spelen verband houdt met de verplichting een abonnement tot wederopzegging te sluiten. Dit vloeit voort uit artikel 3 aanhef onder b sub 1 van de Reclamecode voor kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de wet op de kansspelen (RVK) 2015. Het ontbreken van deze informatie brengt mee dat sprake is van oneerlijke reclame.

3) Dat bedoelde voorwaarden wel op de website van adverteerder staan en het blijkbaar mogelijk is bij tijdige opzegging slechts gedurende de gratis maand mee te spelen, doet niet af aan de verplichting voor adverteerder de informatie over het abonnement ook in de advertentie te vermelden. De bestreden uiting dient immers zelfstandig, los van hetgeen op de website staat, te voldoen aan de bepalingen van de Nederlandse Reclame Code in het algemeen en de RVK in het bijzonder.