RB
Gepubliceerd op vrijdag 30 september 2016
RB 2779
Rechtspraak (NL/EU) ||
28 jul 2016
Rechtspraak (NL/EU) 28 jul 2016, RB 2779; C-422/16 (TofuTown), https://www.reclameboek.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-mogen-verduidelijkende-aanvullingen-als-tofuboter-sojamelk-ondanks-verkoopbenaming

Vragen aan HvJ EU: mogen verduidelijkende aanvullingen als tofuboter, sojamelk ondanks verkoopbenamingseisen?

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 28 juli 2016, IEF 16282; IEFbe 1943; LS&R 1375; RB 2779; C-422/16 (TofuTown) Merknamen. Verkoopbenaming. Verzoekster is een vennootschap die vegetarische/vegane levensmiddelen produceert en distribueert onder benamingen als Tofubutter, pflanzenkäse, veggie-cheese e.d.. Verweerster is het Verband Sozialer Wettbewerb, een vereniging tot bestrijding van oneerlijke mededinging. Verweerster heeft een stakingsvordering tegen verzoekster ingesteld wegens schending van de DUI mededingingswet in samenhang met bijlage VII van Vo. 1308/2013. Het gaat om de benaming van de betreffende producten.

De verwijzende DUI rechter (Landgericht Trier) heeft in de voorafgaande zaak (voorlopige voorziening in maart 2016) tegen verzoekster geoordeeld dat verzoekster door het gebruik van de begrippen ‘kaas’ of ‘cheese’ inbreuk maakt op de Vo. aangezien volgens de bewoordingen van de Vo. de benaming ‘melk’ uitsluitend is voorbehouden aan het product dat normaal door de melkklieren wordt afgescheiden en bij één of meer melkbeurten is verkregen, zonder dat daaraan stoffen worden toegevoegd of onttrokken. Het HvJEU heeft eerder in een arrest van 16-12-1999 (C-101/98) geoordeeld dat het gebruik van een benaming als ‘dieet(smeer)kaas’ met plantaardige olie ter vervanging van de voedingsvetten ook dan niet is toegestaan, wanneer die benaming wordt aangevuld met een toelichting op de verpakking. Om de zaak te kunnen beslissen legt hij de volgende vragen voor aan het HvJEU:

1. Kan artikel 78, lid 2, van verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 [hierna: “verordening (EU) nr. 1308/2013”] aldus worden uitgelegd dat de in bijlage VII opgenomen definities, aanduidingen en verkoopbenamingen niet moeten voldoen aan de overeenkomstige in die bijlage vastgestelde eisen, wanneer de betrokken definities, aanduidingen of verkoopbenamingen worden vervolledigd door verduidelijkende of beschrijvende aanvullingen (zoals “tofuboter” voor een zuiver plantaardig product)?

2. Dient bijlage VII, deel III, punt 1, bij verordening (EU) nr. 1308/2013 aldus te worden uitgelegd dat de benaming “melk” uitsluitend is voorbehouden aan het product dat normaal door de melkklieren wordt afgescheiden en bij één of meer melkbeurten is verkregen, zonder dat daaraan stoffen worden toegevoegd of onttrokken, of mag de benaming “melk” – in voorkomend geval met toevoeging van toelichtende begrippen zoals „sojamelk” – ook voor plantaardige (vegane) producten worden gebruikt bij de afzet ervan?

3. Dient bijlage VII, deel III, punt 2, met betrekking tot artikel 78 van verordening (EU) nr. 1308/2013 aldus te worden uitgelegd dat de aldaar onder punt 2, a), vermelde benamingen, zoals met name “wei”, “room”, “boter”, “karnemelk” of “botermelk”, “kaas”, “yoghurt”, of het begrip “slagroom” enz., uitsluitend aan zuivelproducten zijn voorbehouden, of kunnen ook zuiver plantaardige/vegane producten, die zonder melk (van dierlijke oorsprong) zijn geproduceerd, binnen de werkingssfeer van bijlage VII, deel III, punt 2, bij verordening (EU) nr. 1308/2013 vallen?