RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 23 mei 2017
RB 2862
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
13 apr 2017
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 13 apr 2017, RB 2862; Dossiernr: 2017/00148 (Valentijnsactie betalingsachterstanden.nl), https://www.reclameboek.nl/artikelen/valentijnsactie-van-betalingsachterstanden-nl-schaadt-vertrouwen-in-reclame

Valentijnsactie van betalingsachterstanden.nl schaadt vertrouwen in reclame

RCC 13 april 2017, RB 2862; dossiernr. 2017/00148 (Valentijnsactie betalingsachterstanden.nl) Aanbeveling. Vertrouwen in reclame. Uiting: Het betreft een uiting, bestaande uit een rode vensterenvelop met in de linkerbovenhoek het woord “betalingsachterstanden.nl”, een brief en een rode postkaart, formaat A5. De brief begint met: “Onderwerp: vooraankondiging opname in achterstandenregister. Geachte heer [NAAM KLAGER], Onlangs is uw onderneming aangemeld bij het Betalingsachterstandenregister omdat er sprake is van een betalingsachterstand. Op de achterzijde van deze brief vindt u specifieke informatie over de achterstand. Wij adviseren u met klem om deze brief met aandacht te lezen. Klacht: Klager vond de brief die hij van adverteerder ontving zo echt lijken dat hij zich zorgen ging maken over aan wie hij zo snel moest betalen. Op de achterzijde van de brief worden 3 KvK-nummers vermeld, met daarbij voor klager grote openstaande bedragen. Klager heeft na ontvangst van de uiting de website van adverteerder bezocht voor meer informatie. Daar las hij een mededeling over het ontvangen van een rode envelop die hem niet geruststelde. Pas na telefonisch contact met adverteerder leerde klager dat zijn brief en envelop deel uitmaakten van een ‘Valentijnsactie’. Klager vindt de actie “verwarrend en frustrerend”.

1. Uit het verweer van klager blijkt dat het hier om een ludiek bedoelde (Valentijns)actie gaat en dat zowel de schuldeisers als de gesuggereerde openstaande bedragen ‘nep’ zijn. Door fouten is de brief aan daadwerkelijk bestaande personen gestuurd, wat niet de bedoeling was.  

2. De Commissie is van oordeel dat een ludieke reclame-uiting op zichzelf niet ontoelaatbaar is. Een dergelijke uiting mag echter niet leiden tot ongerustheid bij het publiek of anderszins het vertrouwen in reclame schaden, zoals is bepaald in artikel 5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

3. De onderhavige uiting bevat een brief waarin staat: “Onlangs is uw onderneming aangemeld bij het Betalingsachterstandenregister omdat er sprake is van een betalingsachterstand. Op de achterzijde van deze brief vindt u specifieke informatie over de achterstand. Wij adviseren u met klem om deze brief met aandacht te lezen.” Ook staat er: “”[..] Wilt u informatie over de bezwaarprocedure?”

Op de achterzijde van de brief staan drie ‘schuldeisers’ vermeld met KvK-nummer, factuurnummer en het bedrag dat zij nog van geadresseerde zouden moeten ontvangen.

4. De Commissie is van oordeel dat de uiting enkel al door de toon en feitelijke informatie zoals de persoonlijke adressering, het noemen van een bezwaarprocedure en de specifieke schuldeisersinformatie op de achterzijde van de brief, in strijd is met artikel 5 NRC. Men dient erop te kunnen vertrouwen dat berichten over schulden (die door hun onderwerp al een onprettig gevoel bij mensen zullen veroorzaken) geen nep-informatie bevatten en hier mag geen verwarring over worden gewekt. In het onderhavige geval zal de geadresseerde de uiting zo begrijpen dat het een authentiek, serieus bedoeld document betreft dat hem informeert over nog openstaande schulden, en dat hem maant tot actie om de nadelige gevolgen van opname in het betalingsachterstandenregister te voorkomen. De kans is groot dat de uiting leidt tot ongerustheid bij de geadresseerde omdat hij niet weet waar de ‘openstaande bedragen’ op gebaseerd zijn, nu zowel de schuldeiser als het bedrag door adverteerder verzonnen zijn. Het woord “voorbeeld” en de bijgevoegde ‘Valentijnskaart’ nemen deze ongerustheid in het onderhavige geval onvoldoende weg, omdat zij wanneer de geadresseerde de brief leest, niet zonder meer duidelijk maken dat de inhoud van de brief verzonnen is.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 5 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.