RB
Gepubliceerd op dinsdag 18 oktober 2016
RB 2782
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
3 okt 2016
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 3 okt 2016, RB 2782; 2016/00627 (bluemcare), https://www.reclameboek.nl/artikelen/oordeel-van-de-commissie-over-medische-claims-voor-cosmetische-producten

Oordeel van de commissie over medische claims voor cosmetische producten

RCC 3 oktober 2016, dossiernr: 2016/00627; RB 2782 (bluemcare) Verpakking en etikettering. Medisch hulpmiddel. Aanbeveling. De klacht: BlueM producten zijn “niet geregistreerd als medical device klasse 2A en hebben geen status als medisch hulpmiddel”. Klager voert vergelijkbare producten, die wel de status van medisch hulpmiddel hebben. De in de bestreden uitingen gebruikte terminologie is alleen toegestaan bij medische hulpmiddelen en niet bij cosmetica, zoals de BlueM producten. De in de bestreden uitingen gebruikte opschriften zijn in strijd met “de Cosmeticawet”. Het gaat daarbij o.a. om uitingen op de website, zoals: “Bent u op zoek naar een product dat u helpt een gezonde mond te behouden en het genezingsproces van wonden in de mond versnelt? BlueM mondverzorgingsproducten op basis van actieve zuurstof zijn de beste keuze.” De commissie acht onder andere dat, ervan uitgaande dat voor geen van de betreffende geneesmiddelen een handelsvergunning is verleend, de uitingen op de website in strijd met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Het oordeel van de Commissie

1. De Commissie stelt voorop dat zij haar oordeel zal beperken tot de uitingen zoals die ten tijde van het indienen van de klacht aan de Commissie zijn voorgelegd.

2. Aan het slot van haar klacht heeft klager gesteld:

“Door BlueM worden teksten en onderzoeken (door Ardoz uitgevoerd) gebruikt gekopieerd en oneigenlijk gebruikt”. Deze stelling heeft klager niet onderbouwd. Meer in het bijzonder is niet duidelijk op welke teksten en onderzoeken klager het oog heeft. Reeds hierom acht de Commissie dit onderdeel van de klacht ongegrond.

3. Adverteerder maakt in haar verweer onderscheid tussen enerzijds de producten tandpasta, mondwater en mondspray en anderzijds de producten OralGel en Oxygen Fluid. Volgens adverteerder zijn eerstgenoemde producten cosmetische producten, is Oral Gel een medisch hulpmiddel klasse 1 en zal Oxygen Fluid zeer binnenkort ook een medisch hulpmiddel klasse 1 zijn. Adverteerder heeft verder gesteld dat voor deze medische hulpmiddelen medische claims zijn toegestaan.

Ter onderbouwing van haar stelling dat er, althans wat betreft het product “OralGel” sprake is van een medisch hulpmiddel heeft adverteerder verwezen naar productie 3 bij het verweer. Deze productie betreft een brief van 22 juli 2016 van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan adverteerder met als aanhef: “Betreft aanmelding medische hulpmiddel klasse I”. De Commissie constateert dat deze brief een bevestiging inhoudt van “de ontvangst van de mededeling ex artikel 5 van het Besluit medische hulpmiddelen (BMH) dat bedrijf 5 Pillars Research B.V. onderstaand medisch hulpmiddel, ingedeeld in risicoklasse I, aflevert”. “Onderstaand medisch hulpmiddel” verwijst naar het in de brief genoemde product:

“BlueM oral gel BlueM Oral Gel (NL-CA002-2016-39549)”.

De brief eindigt met:

“Tevens wijs ik u er voor de goede orde nog op dat de registratie van uw mededeling betreffende de aflevering van het bovengenoemde product slechts een administratieve handeling betreft. Deze ontvangstbevestiging behelst dan ook geen besluit betreffende de kwalificatie van het desbetreffende product als medisch hulpmiddel in de zin van art. 1 WMH, noch betreffende de indeling in risicoklasse I”.

Uit deze mededelingen aan het slot van de brief blijkt dat nog niet als vaststaand kan worden aangenomen dat OralGel een medisch hulpmiddel is.

De beslissing

Gelet op het oordeel onder 6, 7 en 8c acht de Commissie acht de uitingen op de website, respectievelijk de bijsluiters en de verpakking van “oral gel” in strijd met de artikelen 2 NRC en 4 CPG 2015. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Voor het overige wijst de Commissie de klacht af. Regeling:    NRC art. 2 (wet) CPG 2015 art. 4