RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 24 maart 2016
RB 2691
Nederland ||
8 mrt 2016
Nederland 8 mrt 2016, RB 2691; 2016/00084 (Klager tegen Perry Sport), https://www.reclameboek.nl/artikelen/gratis-minicruise-van-perry-sport-is-misleidend

Gratis MiniCruise van Perry Sport is misleidend

Voorz. RCC 8 maart 2016, RB 2691; dossier 2016/00084 (Perry Sport)
Ondanks de faillietverklaring van Perry Sport, ziet de voorzitter aanleiding om de klacht verder te behandelen omdat de bedrijfsvoering tijdens het faillissement evenwel is voortgezet. Perry Sport voert reclame waarin je bij iedere aankoop een voucher voor een gratis Minicruise naar Newcastle krijgt. De klager voert aan dat hij tweemaal geen voucher kreeg, de MiniCruise naar South Shields gaat i.p.v. Newcastle en dat er eerst een betalende passagier moet zijn met wie je gratis mee kan reizen. De voorzitter acht dat Perry Sport in strijd met artikel 7 NRC heeft gehandeld doordat het economische gedrag van de gemiddelde consument wordt verstoord en de uiting over de betalende medepassagier misleidend is wegens ontbrekende informatie daarover. De voorzitter beveelt Perry Sport en DFDS aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

1. Met betrekking tot de beschikbaarheid van de voucher begrijpt de voorzitter dat de desbetreffende Perry Sport winkel de uiting te vroeg heeft opgehangen, namelijk op een moment dat geen vouchers beschikbaar waren omdat de actie nog niet was gestart. Perry Sport stelt dat geen sprake is van enige vorm van opzet, maar van een incidentele vergissing. De voorzitter acht dit aannemelijk. Dit neemt evenwel niet weg dat ook een incidentele vergissing tot het oordeel kan leiden dat sprake is van oneerlijke reclame in de zin van artikel 7 NRC. Dit doet zich in het onderhavige geval voor. De gemiddelde consument kon niet weten dat de poster te vroeg was opgehangen en dat de actie nog niet was gestart. In de uiting staat geen startdatum van de actie of een mededeling vanaf wanneer de vouchers zullen worden verstrekt. Derhalve mocht klager ervan uitgaan dat de actie al was begonnen en dat hij bij een aankoop een voucher zou ontvangen. Nu dit niet het geval was, heeft Perry Sport gehandeld in strijd met de vereisten van professionele toewijding. Het dient als onderdeel van die vereisten te worden beschouwd dat de consument niet in verwarring wordt gebracht over de mogelijkheid in het kader van een actie een gratis voucher te krijgen, mede gelet op de strekking van de Algemene Aanbeveling sub h (filiaalbedrijven). Anders kan, zoals in dit geval, het economische gedrag van de gemiddelde wezenlijk worden verstoord. Om die reden oordeelt de voorzitter dat Perry Sport in strijd met artikel 7 NRC heeft gehandeld. Nu Perry Sport voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij passende maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen, en ervan kan worden uitgegaan dat sprake is van een eenmalige fout, zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten. De voorzitter ziet overigens geen aanleiding om DFDS mede verantwoordelijk te achten voor het feit dat de uiting te vroeg in een winkel van Perry Sport was te zien.

3. Daarentegen dient de gemiddelde consument wel te worden geïnformeerd over de voorwaarde dat men uitsluitend van de gratis voucher gebruik kan maken indien men meereist met een andere passagier die wél voor de MiniCruise betaalt. Dit betreft essentiële informatie. Er kan weliswaar worden gesproken over een gratis MiniCruise, maar dit geldt slechts voor de persoon die samen met een betalende passagier reist. Zonder duidelijke informatie over deze voorwaarde zal de gemiddelde consument kunnen denken dat reeds de afzonderlijke voucher recht geeft op een gratis MiniCruise. Nu in de uiting geen informatie over de voorwaarde van de betalende medepassagier staat, en het in dit verband onvoldoende is pas op de voucher zelf of op de website deze informatie te verstrekken, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De voorzitter acht zowel Perry Sport als DFDS hiervoor verantwoordelijk. Er is immers sprake van een gezamenlijke actie. DFDS heeft weliswaar aangekondigd haar actievoorwaarden te verduidelijken, maar nu niet duidelijk is of deze toezegging ook betrekking heeft op de uiting zelf, wordt beslist als volgt.