RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 14 februari 2018
RB 3101
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) ||
25 jan 2018
Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 25 jan 2018, RB 3101; Dossiernr. 2017/00836 (VriendenLoterij €120,- shoptegoed), https://www.reclameboek.nl/artikelen/alstublieft-uw-120-shoptegoed-wekt-onjuiste-verwachtingen-en-beweegt-geadresseerde-tot-openen-envel

"Alstublieft uw €120,- shoptegoed" wekt onjuiste verwachtingen en beweegt geadresseerde tot openen envelop

RCC 25 januari 2018, RB 3101; Dossiernr. 2017/00836 (VriendenLoterij €120,- shoptegoed) Aanbeveling. Kansspel. Het betreft een aan klaagster geadresseerde mailing van de VriendenLoterij (hierna ook: VL), bestaande uit een vensterenvelop met daarin een brief, een aanmeldbon en een retourenvelop. De klacht Aan de voorzijde van de envelop wordt gesteld dat klaagster, die overigens geen deelnemer is aan de VriendenLoterij, € 120,- shoptegoed krijgt. Een verplichting wordt daarbij niet genoemd. Na het openen van de envelop blijkt dat klaagster een shoptegoed “tot” € 120,- kan krijgen, indien zij meespeelt met de VriendenLoterij. Klaagster vindt de uiting misleidend.

Op de envelop staat de absoluut gestelde mededeling:

“          Alstublieft:

uw € 120,- shoptegoed”.

Hierdoor kan bij de geadresseerde gemakkelijk de gedachte postvatten dat hij zonder meer recht heeft (gekregen) op “€ 120,- shoptegoed” en dat hij hier meer informatie over zal aantreffen in de envelop. Aldus wordt hij gestimuleerd de envelop te openen. Na opening en lezing van de inhoud van de envelop blijkt echter dat men dient te gaan meespelen in de VriendenLoterij en vervolgens “tot wel € 120,- shoptegoed” kan gaan “shoppen” in de “KerstKadoShop” van VL. Nu aldus door de tekst van de envelop onjuiste verwachtingen worden gewekt, en de geadresseerde ertoe wordt bewogen de envelop te openen, wordt het vertrouwen in de reclame geschaad als bedoeld in artikel 5 NRC.

Dat de envelop ook een afbeelding bevat van een zogenaamd “shoptegoedkaartje” met de tekst: “tot wel € 120,- shoptegoed” maakt bovenstaand oordeel niet anders. Dit kaartje, waarop de woorden “tot wel” overigens relatief klein gedrukt zijn, waardoor   deze gemakkelijk aan de aandacht van de ontvangen kunnen ontsnappen, doet niet, althans niet voldoende af aan de, aan de geadresseerde persoonlijk gedane mededeling dat zijn (“uw”) “shoptegoed” “€ 120,-” bedraagt. Verder maakt de mededeling op de envelop: “Speel mee”, onder het logo van VL, ook niet voldoende duidelijk dat moet worden deelgenomen aan de VriendenLoterij, om voor het shoptegoed in aanmerking te komen. Het lijkt veeleer te gaan om een aansporing tot deelname in het algemeen.

Het verweer dat een reclame-uiting in zijn geheel bekeken en beoordeeld dient te worden, leidt ook niet tot een ander oordeel. De Commisise overweegt daartoe het volgende.

Naar aanleiding van de stelling van VL dat “deze basisregel volgt uit de toelichting op artikel 1 NRC” overweegt de Commisie dat deze toelichting, voor zover hier van belang, alleen betrekking heeft op het element aanprijzing. Er staat immers: “Voor de beoordeling van het element aanprijzing speelt de totale uiting een rol”. In het onderhavige geval staat niet ter discussie dat er sprake is van een aanprijzing als bedoeld in artikel 1 NRC.

Voor wat betreft de vier door VL aangehaalde beslissingen van de (voorzitter van de) Commissie overweegt de Commisie dat deze beslissingen niet tot de conclusie leiden dat op een envelop een onjuiste mededeling mag worden gedaan, mits deze in de stukken die zich in de envelop bevinden wordt gecorrigeerd.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing De Commissie acht de uiting in strijd met artikel 5 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.