RB
DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 15 juli 2015
RB 2438
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Uitnodiging voor een 'leuk dagje uit' voor verkoopdemonstraties aan ouderen

CBb 8 juli 2015; RB 2438; ECLI:NL:CBB:2015:191 (ITC Reisclub tegen ACM)
Rechtspraak.nl: Wet handhaving consumentenbescherming; oneerlijke handelspraktijken; dagtochten naar verkoopdemonstraties; misleidende uitnodigingen, waarvoor minder daadkrachtige ouderen met een klein sociaal netwerk vatbaar zijn; anonieme deelname van toezichthouders aan de dagtochten; geen sprake van strijd met betredingsbevoegdheid en artikelen 6 en 8 EVRM; geen onrechtmatig verkregen bewijs.

1.3. Bij besluit van 7 april 2011 (het boetebesluit) heeft ACM aan [onderneming 1] boetes opgelegd, wegens overtreding van de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc), in samenhang met het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Aan [onderneming 1] zijn drie boetes opgelegd van elk € 100.000,- wegens overtredingen van:
- artikel 6:193c, eerste lid, aanhef en onder c en d, BW;
- artikel 6:193g, aanhef en onder t, BW;
- artikel 6:193i, aanhef en onder h, BW;
alle in samenhang met artikel 8.8 Whc.

2.1. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het besluit op bezwaar vernietigd, voor zover daarbij een overtreding van artikel 6:193c, eerste lid, aanhef en onder d, BW is vastgesteld en daarvoor een boete is opgelegd. De rechtbank heeft de (totale) boete vervolgens verlaagd met € 25.000,-. Voor het overige heeft de rechtbank de boetes instandgelaten. Voor de overwegingen die de rechtbank tot dat oordeel hebben geleid wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak.

3.6. (...) Het College kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank hierover en verwijst naar de overwegingen (in r.o. 21) die haar tot dat oordeel hebben gebracht. Ook het College is van oordeel dat de uitnodigingen een beeld opriepen van ‘een leuk dagje uit’. De verwijzingen op de uitnodiging, de aanmeldstrook en de folders naar de verkoopdemonstraties waren in dat licht volstrekt onvoldoende om het karakter van deze dagtochten (verkoopdemonstraties) duidelijk te maken. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat [onderneming 1] informatie heeft verstrekt, die de gemiddelde consument als hier aan de orde misleidt dan wel kan misleiden ten aanzien van de motieven voor de handelspraktijk en de aard van het verkoopproces, en dat zij aldus artikel 6:193c, eerste lid, aanhef en onder c, BW heeft overtreden.

3.7 (...) Artikel 6:193g, aanhef en onder t, BW bepaalt – voor zover hier van belang – dat de volgende handelspraktijk onder alle omstandigheden misleidend is: een product als gratis, voor niets of kosteloos te omschrijven als de consument iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel dit te laten bezorgen.